zondag 21 juli 2013

Istanbul

Een inspirerende reis naar Istanbul achter de rug. Getracht het leven daar met grote slokken op te slurpen. Zo blij mijn grenzen ook weer eens letterlijk wat te kunnen verleggen.
We kwamen aan op zondagavond, reden rond een uur of halfnegen de stad binnen. De zon ging net onder, en omdat het Ramadan was zaten de parken en terrassen vol met pratende en lachende mensen. Samen aan de maaltijd, hele families, groepen vrienden, collega's misschien zelfs. Langs de oevers van de Bosporus werd er gebarbecued dat het een lieve lust was. Zozeer zelfs dat we met de taxi soms door een dikke grijze walm laveerden. Maar wat een geweldige manier om een eerste glimp op te vangen op deze voor mij nieuwe wereld. De gloed van de zon, de grote cargo-schepen klaarliggend voor de Bosporus  de mensen in het vuur van vriendschap en ontmoeting. En natuurlijk weet ik heel goed dat er onder dit aantrekkelijke gezicht waarschijnlijk veel leed en tegenstellingen verborgen gaan, maar de schoonheid en verleidingskracht van dit alles is ook een deel van de waarheid.
Daarna niet flauw gedaan over onze onmiskenbare status van toerist en ingecheckt in het Orient Express hotel. Deed toch weer wat jeugdherinneringen bovenkomen: van een beduimelde Agatha Christie tot het ooit onwrikbare voornemen om over die beroemde trein mijn thesis te schrijven. In die toen nog hele even onverdachte tijden had het woord 'Bagdad' nog vooral een mythisch exotische bijklank. Vanop het dakterras van het hotel zijn naast de feeëriek verlichte bruggen over de Bosporus en Gouden Hoorn (wat geweldig toch om ook die woorden te schrijven: mijn eerste kan geschiedenis lijkt hier plots weer om de hoek te liggen) ook diezelfde gecombineerd inspirerend/verontrustende kenmerken zichtbaar als we 6 jaar geleden in Marokko en een dikke 3 jaar geleden in India zagen: naarstige bouwwoede tot diep in de nacht, een gaan en komen van mensen van 's ochtends vroeg,....  de berichten over de Turkse economie zijn overwegend positief, maar soms vraag je je toch af: wie gaat daar allemaal slapen, wie gaat daar allemaal eten, wie gaat dat allemaal kopen?
Voor wat betreft Istanbul is dat misschien een foute vraag: wat een enorme stad, hoe groot, hoe vol, hoe beweeglijk  Er lijkt geen einde aan te komen, in welke richting je ook gaat of kijkt. Een stad van duizend en een gezichten, dromen, projecten, verlangens en overtuigingen. Later op de week zullen we het Istanbul Modern, museum voor hedendaagse kunst bezoeken. Ook daar ben ik getroffen door de rijkheid, de veelheid, de eigenheid van alles wat er te zien is. De expo 'Past and Future' toont ongekende technieken, originele concepten, unieke combinaties. Je zou er twee dagen kunnen blijven. Het anders door mij toch zo graag bezochte Muhka komt mij plots heel provinciaal en ingeslapen over. Maar niet alleen daar in dat museum ben ik getroffen door wat er leeft in deze stad, dit land. Evengoed wanneer we op een druk plein (Levent) overstappen van bus op metro verbaas ik me. Hier, ver verwijderd van de toeristische façades van de stad, kijk ik naar de mensen, volg hun bewegingen, vraag me af wie ze zijn, waar ze heen gaan, hoe het is om hier te leven. Geïntrigeerd ga ik daarna op zoek naar namen van moderne, jonge Turkse auteurs, in de hoop via die weg een antwoord te vinden. Ik gok erop een vijftal namen of titels te moeten kunnen opsnorren, maar m'n adem stokt wanneer ik in een overzichtsdocument pagina na pagina met bio’s door-scrol en de teller er boven 50 uitkomt. Opnieuw dat gevoel van 'provincialisme': waar zijn we in Vlaanderen in godsnaam mee bezig, hoe navelstaarderig zijn we geworden?
Ook de volgende dagen spelen zich af pendelend tussen uitersten. We varen de Bosporus af om een glimp van de Zwarte Zee op te vangen , gezeten op de afbrokkelende muur van een vervallen fort. Slechts een dik uur of wat later wandelen we de prachtige tuin van een moderne villa binnen waar we op zoek gaan naar een tentoonstelling over de '1001 gezichten van ‘Orientalisme'’. Het is een lezing van Edward Said vanuit Turks perspectief. Heel boeiend. Ik zou er heel wat tijd willen doorbrengen en alles grondig bestuderen, maar een overijverige suppoost spoort me steeds dwingender aan om verder te stappen. Ik begrijp er niks van een wordt erg nerveus. Pas helemaal aan het eind begrijp ik het: deze prachtige tijdelijke expo was slechts een van de schatten die dit huis te bergen had: op de verdiepingen boven zijn nog hele werelden te ontdekken: een uitmuntende collectie kalligrafisch werk, een collectie hedendaagse schilderkunst ook. Maar goed, de tijd is om, we zullen een andere keer terug moeten komen.

Dat ik in deze stad inderdaad nog terug wil komen staat al snel vast. Niet zozeer voor het nochtans prachtige Topkapi paleis, het zicht op de Blauwe Moskee of de charmante Chemberlitas hammam. Wel voor alles wat zich op het tweede plan aftekent, en dan vooral in de nieuwe stad. Het restaurantje van de Armeniër Mekan waar we het bijzondere gerecht Topik proeven, de drukke winkelstraten die de verschillende dorpjes langs de Aziatische kant van de Bosporus met elkaar verbinden, de stemmen van de mensen die ’s avonds de tuin van de moskee uitkomen en samen langs een donkere, steile straat naar huis wandelen. Wie graag ook wat meer wil weten over Turkije, Istanbul en de huidige stand van zaken daar, moet zeker ook een van de audiofragmenten van Interne Keuken eens beluisteren. Op zaterdag 15 juni sprak Dirk Rochtus daar over zijn nieuwe boek 'Turbulent Turkije'. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten