Een inspirerende reis naar Istanbul achter de rug. Getracht het leven daar met grote slokken op te slurpen. Zo blij mijn grenzen ook weer eens letterlijk wat te kunnen verleggen.
We kwamen
aan op zondagavond, reden rond een uur of halfnegen de stad binnen. De zon ging
net onder, en omdat het Ramadan was zaten de parken en terrassen vol met pratende en lachende mensen. Samen aan de maaltijd, hele families, groepen
vrienden, collega's misschien zelfs. Langs de oevers van de Bosporus werd er
gebarbecued dat het een lieve lust was. Zozeer zelfs dat we met de taxi soms
door een dikke grijze walm laveerden. Maar wat een geweldige manier om een
eerste glimp op te vangen op deze voor mij nieuwe wereld. De gloed van de zon,
de grote cargo-schepen klaarliggend voor de Bosporus de mensen in het vuur
van vriendschap en ontmoeting. En natuurlijk weet ik heel goed dat er onder dit
aantrekkelijke gezicht waarschijnlijk veel leed en tegenstellingen verborgen
gaan, maar de schoonheid en verleidingskracht van dit alles is ook een deel van
de waarheid.
Daarna niet
flauw gedaan over onze onmiskenbare status van toerist en ingecheckt in het
Orient Express hotel. Deed toch weer wat jeugdherinneringen bovenkomen: van een beduimelde Agatha Christie tot het ooit onwrikbare voornemen om over die
beroemde trein mijn thesis te schrijven. In die toen nog hele even onverdachte
tijden had het woord 'Bagdad' nog vooral een mythisch exotische bijklank. Vanop
het dakterras van het hotel zijn naast de feeëriek verlichte bruggen over de Bosporus en Gouden Hoorn (wat geweldig toch om ook die woorden te schrijven:
mijn eerste kan geschiedenis lijkt hier plots weer om de hoek te liggen) ook
diezelfde gecombineerd inspirerend/verontrustende kenmerken zichtbaar als we 6
jaar geleden in Marokko en een dikke 3 jaar geleden in India zagen: naarstige
bouwwoede tot diep in de nacht, een gaan en komen van mensen van 's ochtends
vroeg,.... de berichten over de Turkse
economie zijn overwegend positief, maar soms vraag je je toch af: wie gaat daar
allemaal slapen, wie gaat daar allemaal eten, wie gaat dat allemaal kopen?
Voor wat
betreft Istanbul is dat misschien een foute vraag: wat een enorme stad, hoe
groot, hoe vol, hoe beweeglijk Er lijkt geen einde aan te komen, in welke
richting je ook gaat of kijkt. Een stad van duizend en een gezichten, dromen,
projecten, verlangens en overtuigingen. Later op de week zullen we het Istanbul
Modern, museum voor hedendaagse kunst bezoeken. Ook daar ben ik getroffen door
de rijkheid, de veelheid, de eigenheid van alles wat er te zien is. De expo 'Past and Future' toont ongekende
technieken, originele concepten, unieke combinaties. Je zou er twee dagen
kunnen blijven. Het anders door mij toch zo graag bezochte Muhka komt mij plots
heel provinciaal en ingeslapen over. Maar niet alleen daar in dat museum ben ik
getroffen door wat er leeft in deze stad, dit land. Evengoed wanneer we op een
druk plein (Levent) overstappen van bus op metro verbaas ik me. Hier, ver
verwijderd van de toeristische façades van de stad, kijk ik naar de mensen,
volg hun bewegingen, vraag me af wie ze zijn, waar ze heen gaan, hoe het is om
hier te leven. Geïntrigeerd ga ik daarna op zoek naar namen van moderne, jonge
Turkse auteurs, in de hoop via die weg een antwoord te vinden. Ik gok erop een
vijftal namen of titels te moeten kunnen opsnorren, maar m'n adem stokt wanneer
ik in een overzichtsdocument pagina na pagina met bio’s door-scrol en de teller
er boven 50 uitkomt. Opnieuw dat gevoel van 'provincialisme': waar zijn we in
Vlaanderen in godsnaam mee bezig, hoe navelstaarderig zijn we geworden?
Ook de
volgende dagen spelen zich af pendelend tussen uitersten. We varen de Bosporus af om een glimp van de Zwarte Zee op te vangen , gezeten op de afbrokkelende
muur van een vervallen fort. Slechts een dik uur of wat later wandelen we de
prachtige tuin van een moderne villa binnen waar we op zoek gaan naar een
tentoonstelling over de '1001 gezichten van ‘Orientalisme'’. Het is een lezing
van Edward Said vanuit Turks perspectief. Heel boeiend. Ik zou er heel wat tijd
willen doorbrengen en alles grondig bestuderen, maar een overijverige suppoost
spoort me steeds dwingender aan om verder te stappen. Ik begrijp er niks van
een wordt erg nerveus. Pas helemaal aan het eind begrijp ik het: deze prachtige
tijdelijke expo was slechts een van de schatten die dit huis te bergen had: op de
verdiepingen boven zijn nog hele werelden te ontdekken: een uitmuntende
collectie kalligrafisch werk, een collectie hedendaagse schilderkunst ook. Maar
goed, de tijd is om, we zullen een andere keer terug moeten komen.
Dat ik in deze
stad inderdaad nog terug wil komen staat al snel vast. Niet zozeer voor het
nochtans prachtige Topkapi paleis, het zicht op de Blauwe Moskee of de charmante
Chemberlitas hammam. Wel voor alles wat zich op het tweede plan aftekent, en
dan vooral in de nieuwe stad. Het restaurantje van de Armeniër Mekan waar we
het bijzondere gerecht Topik proeven, de drukke winkelstraten die de
verschillende dorpjes langs de Aziatische kant van de Bosporus met elkaar
verbinden, de stemmen van de mensen die ’s avonds de tuin van de moskee
uitkomen en samen langs een donkere, steile straat naar huis wandelen. Wie graag ook wat meer wil weten over Turkije, Istanbul en de huidige stand van zaken daar, moet zeker ook een van de audiofragmenten van Interne Keuken eens beluisteren. Op zaterdag 15 juni sprak Dirk Rochtus daar over zijn nieuwe boek 'Turbulent Turkije'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten