dinsdag 30 april 2013

Flow!

Fijne uitsmijter van de maand april:  de zogenaamde MoMo dag. Leerkrachten maatschappelijke oriëntatie uit heel Vlaanderen verzamelen een hele dag rond het thema creativiteit. Een heel diverse groep mensen, met wortels in heel de wereld, samen meer dan tien talen machtig. Geïnspireerde en gedreven leerkrachten ook.
De dag telde twee centrale sprekers: 
- voor de middag: Marcus Geers, over creativiteit en out of the box denken. Met hem deden we een fijne oefening rond 'brainstormen'
- na de lunch (het stervensuur)  Herman Van Den Broeck van Vlerick, over 'flow' en werken vanuit je eigen krachten. Hij bracht ons een frame over rond 'cognitve styles'.  Ikzelf leerde ervan dat ik behoor tot de groep van de zogenaamde 'uitvinders', dwz die mensen die 'denken' en behoefte aan kennis verenigen met nood aan creativiteit en innovatie. Veel onrust en zoekzin op die borden dus. Wat ik natuurlijk herken in mijn dagdagelijkse praktijk.

Creativiteit staat ook centraal in het  het inspiratiemoment rond informeel leren dat ik voor 14 mei aan het opzetten ben. Idee is om de complexe materie waaraan we werken eens vanuit een andere hoek te benaderen. Niet per se 'luchtiger' , maar wel met aandacht voor ook andere elementen dan enkel het puur rationele. Ik deed a wat voorbereidende leeswerk en kwam een paar boeiende hypotheses tegen. Onder andere  dat informeel leren (bv via spelsimulatie) een duurzamer leren zou teweeg brengen, door de meer directe koppeling die gemaakt word met de reële werksituaties, maar ook door de koppeling van individueel leren met collectief- of organisatieleren. De dag wordt uitgewerkt in samenwerking met twee heel boeiende partners:
- eerst en vooral Hendrik Bens van HALMA, de vormings'franchise' van het Centrum voor Informatieve Spelen. Hij zal ons meer inzicht geven in de krachten en kemerken van spel. Daarnaast zal hij ons  ook inleiden in de principes en methoden van de zogenaamde 'active reviewing'. Dit is een manier om nabesprekingen en debriefs actiever en krachtiger te maken.
- andere partner is het provinciaal documentatiecentrum docAtlas. Medewerkers Marie-Claude Gevaert en Timmy Leysen beloven een workshop met proevertjes van uitdagende spelen rond communicatievaardigheden en cultuurverschillen. 

woensdag 17 april 2013

Ontwikkeling

Gisteren deelgenomen aan een netwerkmoment bij de bachelor na bachelor intercultureel management van Thomas More hogeschool in Mechelen. Bedoeling was om met een aantal mensen uit het werkveld na te denken over hoe de opleiding nog sterker praktijkgericht kan gemaakt worden. Deelnemers aan het Netwerkmoment Werkveld werden geselecteerd op basis van het netwerk van Cimic, suggesties van studenten en persoonlijke contacten. Er werd geprobeerd om vertegenwoordigers aan te spreken uit een zo breed mogelijke waaier aan sectoren.  Er waren deelnemers uit de vredesbeweging, de kunstensector, arbeidsbemiddeling en profitsector. Erg boeiend om ook hun invalshoeken en bedenkingen te beluisteren.

In een eerste deel van het netwerkmoment werd iedereen individueel gevraagd een venndiagram in te vullen met drie vragen:
- Welke maatschappelijke thema’s mogen zeker niet ontbreken in het curriculum van een opleiding Intercultureel Management?
- Wat zijn volgens u de belangrijkste (recente) ontwikkelingen die een opleiding Intercultureel Management in haar curriculum moet opnemen?
- Welke competenties hebben volgens u intercultureel competente medewerkers in het werkveld nodig?
Deze individuele inbreng vormde mee de basis van de twee volgende sessies.

In de eerste sessie ging groep A aan de slag rond de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen die in de banaba moeten worden aangesneden. Eerst kon vrij op een grote flap ideeën worden neergepend, daarna werden een aantal ontwikkelingen eruit gelicht. Groep B, waar ikzelf aan deelnam, ging aan de slag rond de nodige centrale competenties die de banaba dient te ontwikkelen. De competenties werden benoemd volgens de ordening: kennis, vaardigheden, attitudes en awareness (de A+ factor). Het frame van Fantini.

Voor mij sloot deze eerste brainstorm aan bij het project waar ik nu op werk rond de competentieontwikkeling en jobondersteuning voor zogenaamde 'brugfiguren': intercultureel bemiddelaars, toeleiders, enzovoorts. Ook daar is de kernvraag: wat moet iemand die hier in het steeds kleurrijker en diverser Vlaanderen wil bemiddelen en verbinden allemaal 'kennen', 'kunnen', en eventueel ook 'zijn'. Dat het om een complex geheel aan vaardigheden, kennis en attitudes zal gaan is alvast duidelijk. Volgende zaken werden benoemd:

KENNIS:
communicatiemodellen kennen: TOPOI; geweldloze communicatie werden genoemd. Deze twee modellen hebben met elkaar gemeen dat ze zelfkennis bevorderen en tegelijkertijd ook werken op verbinding. Het zijn beide ook modellen die uitnodigen tot oefenen en dus ook de ontwikkelingen van vaardigheden vragen.
specifieke kennis rond bv. andere wervingskanalen, cultuurvrij testen in selecties,…

VAARDIGHEDEN:
Bewust oefenen in het creëren van open ruimte (divergent denken)
Een visie kunnen ontwerpen en communiceren (convergent denken)
Zelf ontwikkelen van kaders en praktijken
Taligheid ontwikkelen: openheid voor andere taal(systemen); experimenteren met taal; media inzetten
Afstemming kunnen zoeken tussen verschillende referentiekaders, perspectieven, culturen,…

HOUDING:
culturele gevoeligheid ontwikkelen: onderzoeken, participeren aan
openheid
Zelfreflectie: voorbij tips en tricks
Bestaande paradigma’s in vraag (durven) stellen
Accepteren van /omgaan met onzekerheid . In positieve termen: stimuleren van ondernemingszin, creativiteit ontwikkelen,
Interdisciplinariteit: omgaan met meervoudige perspectieven

AWARENESS + (A+):
Durf
In relatie staan met de ander; in relatie staan met zingeving
Bezieling ervaren en verder ontwikkelen

In een tweede sessie gingen we verder in op de nodige competenties en de centrale thema’s die een plaats moeten krijgen binnen de themalijn "interculturaliseringsdynamieken dichtbi"j en "interculturaliseringsdynamieken internationaal".

Wat in elk geval opvalt is dat mensen aangeven dat ze nood hebben aan reële ontwikkelruimte. Ruimte om op een veilige manier weer in contact te komen met vaardigheden die je in feite 'basis' zou kunnen noemen: actief luisteren, feedback geven, onderhandelen, conflict hanteren. Mensen willen hierin kunnen oefenen en ze vragen om plaats en tijd  om rond deze competenties creativiteit en alternatieven te mogen ontwikkelen. En daarmee wordt meteen duidelijk dat competentie-ontwikkeling nooit meer een verhaal van individueel leren alleen kan zijn. Het gaat erom ook gericht vragen te durven stellen op niveau van organisatie- en opleidingsontwikkeling om aan deze noden tegemoet te kunnen komen.

woensdag 10 april 2013

Trots

Teruggekomen van een weekje boerderijvakantie en in de krant gestoten op een artikel dat me met gepaste trots vervulde. 'Taal leren is middel tegen sociaal isolement', kopte het. Protagonist erin was mijn eigenste moeder, Mimi Wuyts, die elke dinsdag de bewoners van het Lokaal Opvanginitiatief in Rupelmonde de beginselen van het Nederlands bijbrengt. Nieuwkomers uit Afghanistan, Turkije, Armenië nemen deel aan een zogenaamd 'babbelmoment', waar ze taal krijgen om boodschappen te doen, naar de dokter te gaan, een uitstap te plannen. Zoals alles wat ze in haar leven doet, doet mijn moeder ook dit met hart en ziel. En tussen de zinnen rond dagdagelijkse dingen door, beluister ze ook de echte zorgen en heimwee van haar leerlingen, zoals ze dat jarenlang deed als toegewijd consulente voor een centrum voor levens- en gezinsvragen.
Met enkele van haar leerlingen heeft mijn moeder al een echte band opgebouwd, een band die ondertussen ook tot bij mijn vader reikt. Zo helpt hij de kinderen van een paar van haar studenten Nederlands bij hun schoolwerk. Een engagement dat hij trouwens ook al verschillende jaren opneemt bij de Antwerpse Karel De Grote hogeschool. Daar ondersteunt hij een aantal studenten van allochtone origine in het behalen van hun diploma lerarenopleiding.

Zoals ze zeggen de appel valt niet ver van de boom. Sociaal engagement is iets wat mijn ouders hun kinderen zeker meegaven. en iets waar ik gepast trots op ben.
Nog meer gepaste trots dichter bij huis deze week. In een ietwat vreemde setting dat wel. Want de trots betrof het helemaal kaal scheren van het hoofd van mijn echtgenoot Koen. Dit nadat hij een weddenschap was aangegaan: als 250 mensen zich zouden inschrijven voor de klimaatacties van Earth Hour op 23/3, zou hij zijn hoofd kaalscheren.  En die belofte moest nu dus worden nagekomen, tot afgrijzen van onze kinderen weliswaar. Hopelijk wordt het nu vlug wat warmer, want anders is het wel wat koud aan de oren, lijkt me.