maandag 29 juli 2013

Adalar

De laatste twee dagen van onze Istanbul reis brengen we door op Adalar, de zogenaamde 'Prinseneilanden', midden in de zee van Marmara. De plek brengt de herinnering boven aan een zalige huwelijksreis op Panarea een van de Eolische eilanden. Maar Heybeliada, het eiland waar we nu verblijven, is ook uniek op zichzelf. Het staat vol met oude, houten huizen. sommigen prachtig gerestaureerd, anderen verweerd en afgebladderd, maar desalniettemin bewoond. Je vraagt je af welke levensverhalen zich op al die veranda's afspeelden, welke geheimen de luiken voor de ramen herbergen.

Op het eiland vinden we tijd om wat te lezen. in mijn geval twee romans (waarvan een van Nazim Hikmet), wat flarden in een essayboek en een paar krantenartikels. Het essayboek is van Jonathan Sacks en heet 'Leven Met Verschil'. Ik kreeg het van een vriendin-collega bij gelegenheid van mijn verjaardag. Over de ideeën uit dit boek kan je meer leren via een aflevering van de IKON-Lux reeks 'Het vermoeden'.  Daarin zoekt Sacks in gezelschap van andere prominente denkers als Dominique Moïsi, Antjie Krog, Charles Taylor en Ian Buruma antwoorden op prangende vragen ivm globalisering: "Is er een weg uit de angst en onzekerheid die globalisering oproept? Alleen een land dat zelfvertrouwen mist, voelt de behoefte zich af te schermen van buitenlandse invloeden. Vertrouwen en culturele openheid gaan samen. Een etiquette over hoe om te gaan met de emoties van onszelf en anderen." Voor mij sluit het boek, uit 2005 al, ook nauw aan bij het meest recente werk van Martha Nussbaum. In 'De nieuwe religieuze intolerantie' reflecteert ze op de wijdverspreide angst voor moslims en de islam in het Westen. De westerse staten, zegt Nussbaum, zijn niet intolerant of afkerig van diversiteit. Ze zijn gewoon bang van de islam. En dat is een angst die zij wel historisch kan duiden, maar die ze in de huidige omgeving en verhoudingen eerder destructief dan beschermend vindt: ‘Op onverantwoordelijke wijze opgeroepen angsten vormen een bedreiging voor principes waaraan we ons zouden moeten vasthouden en waar we trots op zouden moeten zijn.’ Meer over het boek lees je in de recensie van MO. 

Ik sluit mijn leesronde die middag af met een kort maar langverwacht mailtje. Het komt van Birsen, een CIMIC-studiegenoot. Birsen, psychologe, bestuurslid van het kenniscentrum voor gender en etniciteit  Ella vzw en regelmatig opiniemaakster voor onder andere MO magazine, verblijft nu enkele maanden in istanbul. Ik had gehoopt haar tijdens deze paar dagen  misschien even te kunnen treffen. Maar nu laat ze weten dat dat jammer genoeg niet zal lukken, omdat ze zelf net is afgereisd naar Pakistan. We spreken meteen wel af om elkaar in het najaar in Belgie weer eens te zien. daar kijk ik alvast erg naar uit. Ondertussen loont het zeker de moite om Birsens opinie ivm Taksim even te lezen: "De stilte verwoordt de diversiteit in Turkije het best'.

zondag 21 juli 2013

Istanbul

Een inspirerende reis naar Istanbul achter de rug. Getracht het leven daar met grote slokken op te slurpen. Zo blij mijn grenzen ook weer eens letterlijk wat te kunnen verleggen.
We kwamen aan op zondagavond, reden rond een uur of halfnegen de stad binnen. De zon ging net onder, en omdat het Ramadan was zaten de parken en terrassen vol met pratende en lachende mensen. Samen aan de maaltijd, hele families, groepen vrienden, collega's misschien zelfs. Langs de oevers van de Bosporus werd er gebarbecued dat het een lieve lust was. Zozeer zelfs dat we met de taxi soms door een dikke grijze walm laveerden. Maar wat een geweldige manier om een eerste glimp op te vangen op deze voor mij nieuwe wereld. De gloed van de zon, de grote cargo-schepen klaarliggend voor de Bosporus  de mensen in het vuur van vriendschap en ontmoeting. En natuurlijk weet ik heel goed dat er onder dit aantrekkelijke gezicht waarschijnlijk veel leed en tegenstellingen verborgen gaan, maar de schoonheid en verleidingskracht van dit alles is ook een deel van de waarheid.
Daarna niet flauw gedaan over onze onmiskenbare status van toerist en ingecheckt in het Orient Express hotel. Deed toch weer wat jeugdherinneringen bovenkomen: van een beduimelde Agatha Christie tot het ooit onwrikbare voornemen om over die beroemde trein mijn thesis te schrijven. In die toen nog hele even onverdachte tijden had het woord 'Bagdad' nog vooral een mythisch exotische bijklank. Vanop het dakterras van het hotel zijn naast de feeëriek verlichte bruggen over de Bosporus en Gouden Hoorn (wat geweldig toch om ook die woorden te schrijven: mijn eerste kan geschiedenis lijkt hier plots weer om de hoek te liggen) ook diezelfde gecombineerd inspirerend/verontrustende kenmerken zichtbaar als we 6 jaar geleden in Marokko en een dikke 3 jaar geleden in India zagen: naarstige bouwwoede tot diep in de nacht, een gaan en komen van mensen van 's ochtends vroeg,....  de berichten over de Turkse economie zijn overwegend positief, maar soms vraag je je toch af: wie gaat daar allemaal slapen, wie gaat daar allemaal eten, wie gaat dat allemaal kopen?
Voor wat betreft Istanbul is dat misschien een foute vraag: wat een enorme stad, hoe groot, hoe vol, hoe beweeglijk  Er lijkt geen einde aan te komen, in welke richting je ook gaat of kijkt. Een stad van duizend en een gezichten, dromen, projecten, verlangens en overtuigingen. Later op de week zullen we het Istanbul Modern, museum voor hedendaagse kunst bezoeken. Ook daar ben ik getroffen door de rijkheid, de veelheid, de eigenheid van alles wat er te zien is. De expo 'Past and Future' toont ongekende technieken, originele concepten, unieke combinaties. Je zou er twee dagen kunnen blijven. Het anders door mij toch zo graag bezochte Muhka komt mij plots heel provinciaal en ingeslapen over. Maar niet alleen daar in dat museum ben ik getroffen door wat er leeft in deze stad, dit land. Evengoed wanneer we op een druk plein (Levent) overstappen van bus op metro verbaas ik me. Hier, ver verwijderd van de toeristische façades van de stad, kijk ik naar de mensen, volg hun bewegingen, vraag me af wie ze zijn, waar ze heen gaan, hoe het is om hier te leven. Geïntrigeerd ga ik daarna op zoek naar namen van moderne, jonge Turkse auteurs, in de hoop via die weg een antwoord te vinden. Ik gok erop een vijftal namen of titels te moeten kunnen opsnorren, maar m'n adem stokt wanneer ik in een overzichtsdocument pagina na pagina met bio’s door-scrol en de teller er boven 50 uitkomt. Opnieuw dat gevoel van 'provincialisme': waar zijn we in Vlaanderen in godsnaam mee bezig, hoe navelstaarderig zijn we geworden?
Ook de volgende dagen spelen zich af pendelend tussen uitersten. We varen de Bosporus af om een glimp van de Zwarte Zee op te vangen , gezeten op de afbrokkelende muur van een vervallen fort. Slechts een dik uur of wat later wandelen we de prachtige tuin van een moderne villa binnen waar we op zoek gaan naar een tentoonstelling over de '1001 gezichten van ‘Orientalisme'’. Het is een lezing van Edward Said vanuit Turks perspectief. Heel boeiend. Ik zou er heel wat tijd willen doorbrengen en alles grondig bestuderen, maar een overijverige suppoost spoort me steeds dwingender aan om verder te stappen. Ik begrijp er niks van een wordt erg nerveus. Pas helemaal aan het eind begrijp ik het: deze prachtige tijdelijke expo was slechts een van de schatten die dit huis te bergen had: op de verdiepingen boven zijn nog hele werelden te ontdekken: een uitmuntende collectie kalligrafisch werk, een collectie hedendaagse schilderkunst ook. Maar goed, de tijd is om, we zullen een andere keer terug moeten komen.

Dat ik in deze stad inderdaad nog terug wil komen staat al snel vast. Niet zozeer voor het nochtans prachtige Topkapi paleis, het zicht op de Blauwe Moskee of de charmante Chemberlitas hammam. Wel voor alles wat zich op het tweede plan aftekent, en dan vooral in de nieuwe stad. Het restaurantje van de Armeniër Mekan waar we het bijzondere gerecht Topik proeven, de drukke winkelstraten die de verschillende dorpjes langs de Aziatische kant van de Bosporus met elkaar verbinden, de stemmen van de mensen die ’s avonds de tuin van de moskee uitkomen en samen langs een donkere, steile straat naar huis wandelen. Wie graag ook wat meer wil weten over Turkije, Istanbul en de huidige stand van zaken daar, moet zeker ook een van de audiofragmenten van Interne Keuken eens beluisteren. Op zaterdag 15 juni sprak Dirk Rochtus daar over zijn nieuwe boek 'Turbulent Turkije'. 

woensdag 3 juli 2013

De praktijktest

De zomer is begonnen. Tijd om weer wat bij te lezen, wat te verdiepen, wat grenzen te verleggen. Hoewel: dat is eigenlijk het droombeeld van de zomer waarvan ik nu toch al enkele jaren weet dat het niet echt de praktijk zal blijken. Nee, de zomer is voor mij niet echt de tijd van zen  die mijn collega's mij vorige week nochtans vol zoveel goede bedoelingen toewensten.  Eigenlijk is de zomer voor mij vooral een tijd van doorgedreven oefening, van het hectisch en experimenterend in de praktijk brengen van al die wijze organisatielessen en spitse samenlevingsideeën die ik gedurende het werkjaar mocht ontwikkelen en overdragen. In de zomer komt de kat op de koord, de aap uit de mouw: juli en augustus is volop 'walk your talk time'.

In juli en augustus leg ik me voltijds toe op het managen van mij eigen kleine maar zeer uitdagende onderneming: de nv Stuyck-de Graef, microkosmos van 5 uiteenlopende persoonlijkheden met zeer diverse noden, verwachtingen en wensen, beschikkend over beperkte middelen en een bepaalde ruimte.
Een voorbeeld:  In het werkjaar probeer ik cursisten duidelijk te maken waarom het belangrijk is om in te zetten op ‘onderhandelen’ (in gesprek brengen van verschillen) eerder dan ‘overtuigen’ (je eigen waarheid doordrukken). Over die zogenaamde 'pardagimashift' (van consensusgerichtheid naar het optimaliseren van conflict) zijn zeer relevante zaken geschreven door doordachte koppen als oa de mensen van het steunpunt diversiteit en leren. Zo geven zij bijvoorbeeld ook aan hoe het werken vanuit dit zogenaamde onderhandelingsperspectief de rol van opvoeders danig verandert. Die kan niet langer oreren en reguleren maar moet “oplossingen voor omgaan met diversiteit vinden door voortdurende ontmoeting, confrontatie en onderhandeling tussen de betrokken partijen.” Klinkt uitdagend. In theorie althans, want eens  geconfronteerd met drie jengelden kinderen die elk hun eigen versie van de feiten presenteren, bekruipt me sterk de lust om toch maar volop in de dominante overtuigingsperspectief te gaan staan: “het is mijn mening dat jullie me allemaal om de tuin leiden en ik beslis nu dat jullie even op jullie kamer gaan afkoelen.”

Een ander voorbeeld: effectief managen van diversiteit heeft veel van doen met het herkennen van de meerwaarde van verschil. En dan vooral hoe de aanwezige verschillende de operationele doelen van de onderneming kunnen ondersteunen. In de zomer betreft het operationele doel van mijn onderneming vooral het voeden en heel houden van onze drie stafmedewerkers van respectievelijk 3, 9 en 10 jaar oud. De creativiteit echter die door het aanwezige verschil in ons huis wordt ontketend is niet steeds ondersteunend van dit doel. Koken terwijl op de achtergrond iemand met alcoholstiften de ventilatoren van smiley's voorziet is niet echt ontspannend. Of een peuter trachtten te slapen leggen in een kamer die die voormiddag tot een bedoeïenentent annex leeuwenkuil werd omgetoverd is ook niet echt bevorderlijk voor de rust.

Enfin, ik zal deze dagen dus nog wel wat werk hebben om mijn eigen transfer van theorie naar praktijk te moeten maken. Op zich is dat goed: het houdt je nuchter en alert. Bedacht ook op al te zweverig omvatten van de wereld. En misschien komt er ook nog wat frisse inspiratie uit voor september, concrete tips of aan de praktijk getoetste ideeën die hen die met echte organisatievraagstukken geconfronteerd worden, daadwerkelijk kunnen helpen.