zondag 30 maart 2014

Analyse

Afgelopen maandag presenteerde collega Melissa de geactualiseerde omgevingsanalyse 2013 van het Kruispunt Migratie-Integratie. Melissa is de zeer gewaardeerde collega met wie ik ook het onderzoek rond competenties voor brugfiguren voer.
De ondertitel van de analyse is 'Focus op lokale besturen'. Hiermee wordt verwezen naar de regierol die lokale besturen nu hebben mbt integratie en inburgering. Het aantal lokale besturen met een integratie-ambtenaar of integratie-dienst is de afgelopen jaren verdubbeld. Heel wat van deze besturen zijn echter ook 'nieuwe' besturen. Er leven dus heel wat vragen, noden.
Als 'backdrop' van de hele analyse dient - niet verwonderlijk - het verhaal van de superdiversiteit. Modeterm of niet, het is voor meer en meer delen van Vlaanderen een realiteit. En de conclusie van die realiteit is ook op heel wat plekken - grote of kleine gemeente - gelijkaardig: we komen er niet meer met een doorgedreven categoriale aanpak, we moeten meer op maat gaan werken.
Als grote breinbrekers voor de besturen noemt het rapport deze:
- het contact met en de participatie van mensen met een migratiegeschiedenis
- het effectief doorbreken van het wij/zij denken (een gepolariseerde beeldvorming met rechtstreekse effecten op sociale cohesie)
- de ontwikkeling van constructieve en verbindende taalvisie en taalbeleid
Bij het aanpakken van deze breinbekers komen de besturen wel wat drempels tegen. Een gebrek aan afstemming en coördinatie van beleid over niveau's (lokaal-Vlaams) en domeinen (welzijn, onderwijs, ..) heen is er daar een van. Dit zorgt ook voor twijfels over het eigen mandaat, de eigen positie van de besturen. Een andere maar daarmee verwante drempel is de ervaring van onvoldoende afstemming tussen enerzijds het 'inburgerings' en anderzijds het 'integratie'-verhaal.
Wat ik bijzonder interessant vond in de analyse van Melissa is dat ze ook oog heeft gehad voor de knelpunten ervaren door de nieuwkomers zelf. Nieuwe Vlamingen worstelen oa met heel wat psychologische klachten, vaak ook gerelateerd aan ervaringen van discriminatie. Daarnaast is ook voor hen 'taal' een breinbreker.
De analyse leverde heel wat inzichten op in wat randvoorwaarden zijn voor een succesvol werken aan integratie op lokaal niveau. Ondersteuning door een kennis- en expertisecentrum op Vlaams niveau is er daar zeker een van. Voor de Leer@dviseurs van het Kruispunt Migratie-Integratie liggen er alvast heel wat uitdagingen klaar.

woensdag 19 maart 2014

Chemie

Een nieuwe atelier Interculturele Competentie gestart vorige week. Toffe groep, boeiende mensen. Ook fijn dat we weer wat nieuwe inhouden kunnen aanbieden. Zo bijvoorbeeld geïnspireerd geraakt door wat geschreven werd door Stefanie Rathje van de Friedrich Schiller Universiteit in Jena (een tip van Edwin Hoffman). En kijk, ook zij heeft het over 'Quantum'. Wat mij echter vooral inspireert is haar visie op wat 'cultuur' is. Ze introduceert daarbij twee begrippen: 'cohesie' en 'coherentie'. Ik vond online boeiende Prezi die een en ander verduidelijkt.

Daarnaast ook zelf wat geschreven over interculturele competentie deze maand. Een kort artikel voor 'Brussels Welzijnsnieuws'. Ik geef het hieronder weer:

Elementaire chemie voor hulpverleners:  over hoe inzetten op de ontwikkeling van je communicatieve vaardigheden je intercultureel competenter maakt.

Yelena, een moeder van Tsjetsjeense origine, komt in jullie CAW op gesprek om de moeilijkheden met haar opgroeiende zoon te bespreken. Je hebt het gevoel dat er veel goede wil is bij de moeder, maar jullie struikelen voortdurend over allerlei spraakverwarring en communicatiestoornissen. Je raakt hoe langer hoe meer geïrriteerd wanneer je merkt dat ze jouw signalen van begrip of erkenning nauwelijks oppikt. Je hebt ook het gevoel haar idee over opvoeding niet helemaal goed te kunnen vatten. Uiteindelijk blijft enkel de twijfel over: “kan ik dit soort gesprek wel aan?”, “kan ik deze cliënt wel begeleiden?”  Waar aan het begin heel veel inzet en goodwill was langs beide zijden, blijft nu vooral frustratie en onzekerheid achter. Hoe is het zo ver kunnen komen?
In de superdiverse realiteit van Brussel vandaag worden onze interculturele competenties  voortdurend uitgedaagd.  We bewegen ons in een wereld die op allerlei manieren ‘meervoudig’ geworden is: meertalige gezinnen, multiculturele wijken, veelvormige loopbanen. Dat we soms twijfelen of we nog wel een antwoord kunnen bieden aan deze complexiteit, is normaal.
Bij het Kruispunt Migratie-Integratie, Vlaams Expertisecentrum Migratie-Integratie,  gaan we op zoek naar antwoorden.  Dit doen we samen met mensen uit de praktijk: we koppelen hun concrete vragen aan wat we leren uit onderzoek en ontwikkeling.  Een van de kaders die we daarbij inzetten is het  ‘Referentiekader voor Interculturele Competentie’  ontwikkeld door  het expertisecentrum CIMIC . 
Via het bovengenoemde kader krijgen we concreet zicht op  9 relevante onderdelen van interculturele competentie. 9 componenten waarin telkens een stuk kennis, vaardigheden en attitudes vervat liggen. Wat moet je ‘kennen’, ‘kunnen’ en ook ‘zijn’ om in deze veelvormige wereld professioneel te handelen.  1 van die 9 componenten, en een geheel niet onbelangrijke, is die van de ‘culturele communicatieve vaardigheden’. 
De component ‘Culturele Communicatieve Vaardigheid’ geeft ons een paar tips in te zetten in de  ontmoeting met mensen met een andere (etnisch-)culturele achtergrond. Kort gesteld gaat het hierom:
Niet vergeten gebruik te blijven maken van verworven en vertrouwde communicatieve en sociale competenties; voor hulpverleners horen onder andere hun basisvaardigheid tot actief luisteren en feedback geven daartoe.
Bewust blijven van het besef dat niet enkel de communicatiestijl van de ander maar ook die van jezelf (deels) cultureel bepaald is; ‘cultuur’ interpreteren we hier in brede zin: ook de organisatie waarin jij werkt of jouw sector heeft een eigen (communicatie)cultuur. 
Tijd te nemen voor het verwerven van kennis over, ervaring met en inzicht in verschillen en gelijkenissen in (non-)verbale communicatiestijlen; Hoe interpreteer jij wisselende  stemhoogtes? Hoe ervaar en lees jij het erg nabij zitten van een collega?  Als we iets ‘her’kennen en/of kunnen plaatsen wordt het minder ‘vreemd’.
In elk situatie doordrongen blijven van de noodzaak om gepaste taal in te zetten en zo nodig je communicatiestijl aan te passen: wanneer je iemand in rouw begeleidt, dan praat je anders dan wanneer je intake rond relatieproblemen doet. Dit afstemmen van je communicatiestijl op de concrete hulpvraag of behoeften van je cliënt of patiënt is een vaardigheid die niet alleen maar zeker ook in cultureel diverse context moet worden aangesproken. 

Wat in de omschrijving van de component ‘culturele communicatieve vaardigheden’ opvalt is, is dat het antwoord op de in de inleiding  benoemde complexiteit soms verrassend eenvoudig kan zijn. Soms zo eenvoudig als: ‘vergeet niet te doen wat je normaal doet en wat je dan goed doet.’ Durf steeds weer in te zetten vanuit je kracht, ook in situaties die ‘anders’ of ‘minder vertrouwd’ zijn.
Zeker mbt interculturele communicatie is dit een belangrijke tip: zoek het niet te ver. Wanneer we in gesprek gaan met cliënten en patiënten met een andere culturele achtergrond, dan vallen ons natuurlijk wel een aantal verschillen op. We horen een ander accent, er worden andere woorden en zinsconstructies gebruikt, het oogcontact is anders of de manier waarop we tegenover elkaar zitten is gewijzigd. Maar de vraag is nog maar in hoeverre deze verschillen het doel en de uitkomst van ons gesprek zullen bepalen. Vaak is het  ook niet het concrete verschil op zich, maar net het idee van de aanwezigheid van verschil dat ons doet afleidt of blokkeren. We focussen zodanig op wat anders is (of kan zijn) dat we grip verliezen op wat we normaal zouden doen, wat we eigenlijk weten en kunnen. We gaan dan vaak ook vooral  inzetten op het wegwerken van(de ervaring van)  het verschil, bv door kennis over cultuurverschillen of bepaalde gebruiken te verwerven, of door de verschillen te kanaliseren met een uitzonderlijke aanpak.  Dat is niet fout, maar houdt wel een risico in. Alles komt in teken van het verschil, en we verliezen de hefboomkracht van de overeenkomst uit het oog. De moeder uit het inleidende voorbeeld is inderdaad een Tsjetsjeense, maar ze is voor alles ook een moeder die hulp zoekt voor haar zoon, een van onze cliënten die begeleiding vraagt.  Cultuurkennis kan ons helpen haar tegemoet te treden en haar beter te begrijpen, maar cultuurkennis moet dan een onderdeel of een toevoeging zijn op onze normale kwalitatieve hulpverleningsaanpak en/of gesprekstechniek, niet een vervanging ervan. Tegelijk moeten we de impact van cultuur op mensen hun gedrag ook steeds voldoende nuanceren. Is de opvoedingsstijl van deze moeder ‘anders’ te noemen dan de jouwe omdat ze Tsjetsjeense is, of heeft ze zich bepaalde principes eigen gemaakt binnen een context van schaarste, oorlog en/of migratie?  Of heeft het met opleidinsgachtergrond te maken? Zij is een ingenieur die vertrekt vanuit een erg rationele, bijna wetenschappelijke kijk op de zaak, jij bent een psycholoog die het gevoel en de individuele ontwikkeling laat primeren. 
Wat het  referentiekader van CIMIC  duidelijk aantoont, is  dat het bij het verwerven van interculturele competentie niet om  ‘alchemie’ maar om ‘chemie’ draait. Het is het samenbrengen van de juiste, vaak reeds goed gekende componenten, dat zorgt voor een functioneel proces, een kwalitatieve reactie. Concreet: we starten niet van 0, maar gaan aan de slag met wat al is of wat vrij te verwerven is: wat krijgen we mee in onze basisopleiding, wat is via nascholing beschikbaar? Het proces dat dan wordt doorlopen kan met behulp van deze basiselementen zodanig  beschreven worden dat er lessen kunnen uit getrokken worden voor de herhaling of de aangepaste uitvoering  ervan in verschillende contexten. Dit is dus iets heel anders dan ‘alchemie’, waar het juiste resultaat, de juiste reactie enkel verkregen kan worden door de toevoeging van een geheim element of het stellen van een geheime handeling. Alchemisten hebben zeer specialistische kennis nodig of moet behoren tot een kring van uitverkoren personen om het proces in gang te kunnen zetten en/of voltooien.  Teveel focus op kennis van welbepaalde cultuuraspecten of welbepaalde communicatieve gebruiken, hoe verhelderend ook,  dringt de hulpverlening aan een cultureel divers cliënteel soms in deze beperkte en ontoegankelijke  sfeer terug. 
Misschien een goed idee om voortaan over Interculturele competentie en de verwerving ervan te denken  als ‘chemie’. Zo wordt   interculturele competentie behapbaar, toegankelijk en ontwikkelbaar voor zoveel mogelijk professionals, in zo divers mogelijke sectoren.  Zo kunnen we binnen de nieuwe superdiverse realiteit ieders professionele handelingskracht ruim baan geven en zoveel mogelijk cliënten en patiënten optimale zorg verlenen.

donderdag 13 maart 2014

Kwantum

In de vorige post had ik het over 'Deep Democracy'. Een van de drijvende ideeën daarachter is de kwantum-mechanica. Dit door de invloed van Arnold Mindell, de psychotherapeut die de methode mee vorm gaf.
Het idee van 'kwantum-denken' kwam ook aan het begin van deze week weer voorbij in een lezing door antropologe Bambi Ceuppens. Zij trachtte aan te tonen hoe bepaalde koloniale denk- en wetskaders ook ons huidige denken rond integratie en inburgering vorm geven. Daarnaast ging ze ook op zoek naar alternatieve aanpakken voor de multi (inter) culturele samenleving. Daar kwam het 'kwantum-idee' aan  te pas. Het moet ons voorbij onze neiging tot binair en dualistisch denken brengen. Minder 'of/of' en meer  'en/en'. Dit kan bijvoorbeeld door minder aandacht en energie te laten gaan naar ons streven naar 'identiteit' en sterker in te zetten op een werken aan 'identificatie'. Dit voortdurende zoeken naar (wel of niet) (h)erkennen zet processen van uitwisseling en verbinding in gang. Gesprekken ook waarin inderdaad aan 'democratie' opnieuw ruimte en betekenis wordt gegeven, oa door meer oor en oog te hebben voor de noden van alle betrokken partijen. Het resultaat van dit nieuwe 'actief luisteren' zal redelijk verregaand blijken: het zal niet meer voldoen enkel te praten over aanpassing aan de norm, maar ook aanpassing van de norm.
Een zelfde oproep tot meer inspanning om te praten 'met' ipv 'over' blijkt ook opgenomen in het doctoraats-proefschrift van oud-minister Bert Anciaux, dat hij enkele dagen geleden verdedigde aan de VUB. De volledige titel van het proefschrift luidt ‘Zelforganisaties in Vlaanderen. Onderzoek naar plaatselijke (zelf)organisaties op basis van etnisch-culturele identiteit. Een maatschappelijke en agogische verkenning van voorwaarden en kansen, beperkingen en uitdagingen’. Ook in zijn aanklacht dat de Vlaamse houding tegenover de Islam 'neo-racistisch' te noemen is en in zijn kritiek dat de Vlaamse integratiesector 'te wit' en 'te middenklasse' is, echoot Anciaux Bambi Ceuppens.
Die witte integratiesector - waar ik nu ook al weer 2 jaar deel van uitmaak - liet zich deze week ook niet onbetuigd. Dit door middel van de presentatie van een zogenaamd 'Toekomstboek'. In het boek vertellen 20stemmen over samenleven in diversiteit. België is een migratieland. Hoe gaan we daarmee om? Hoe gaan we er met zijn allen op vooruit? Vanuit heel verschillende achtergronden bespreken de experts de complexe nieuwe realiteit. Het werk werd op 11/03 gelanceerd met een panelgesprek in het Vlaams Parlement.In het panel: Jozef De Witte (CGKR),  Milica Petrovic (Migration Policy Institute), Dirk Geldof (HIG en Karel de Grote-Hogeschool), Kris Cleiren (Prisma vzw), Gunther Van Neste (Huis van het Nederlands, Brussel), Eric De Jonge (bon vzw) en Mohamed Chakkar (Federatie Marokkaanse Verenigingen), die je via deze link aan het woord kan zien en horen.

woensdag 5 maart 2014

Conflict

Conflicten overal rond ons: Syrië, Palestina, de Krim.
Misschien niet het beste moment om een lans te breken voor de positieve kracht van conflict.
En toch is precies dat wat partner in crime Fanny Matheussen en ikzelf op 3 april gaan doen bij het OostVlaams integratiecentrum ODiCe. De doelstelling van de dag  is om de leden van het team daar toe te rusten in het beter begrijpen en deels ook al inzetten van conflict(hantering) als element van interculturele competentie. We bieden dus een stuk kennis over conflict(hantering), verkennen een aantal specifieke vaardigheden en brengen ook beperkt de gevoelens die horen bij conflicten in gesprek.
Vele interculturele onderzoekers hebben vastgesteld dat (inter)cultureel conflict niet alleen een bron van pijn en frustratie is. Het is ook een kans om te groeien, creatief en sterk te zijn. Het echte doel van interculturele dialoog, zegt oa ook Igor Klyukanov van het centre for intercultural dialogue, is niet om conflict te voorkomen, maar om het te beheersen zodat het volledig ten goede komt aan het veranderingsproces dat erdoor gemarkeerd wordt. De kritische reflecties die het resultaat zijn van intercultureel conflict geven ons de mogelijkheid om ons referentiekader bij te stellen. e raken zo betrokken in een fundamenteel leerproces, een leren dat niet alleen een oplossing voor ene specifieke vraag levert, maar dat ons ook toestaat om een nieuwe probleem-oplossingsstrategie te ontwikkelen.
Voor de uitwerking van de dag vertrok ik van ik schreef voor UNeCC in 2011. Daarnaast legde ik de inspiratie  uit een artikel van Bart Van Leeuwen, Interculturele spanningen nader onderzocht.  Heel wat stevige basis en ideeën voor aanpak en oefening vond ik tijdens een paar uur grasduinen in het boek Conflicthantering en Mediation van uitgeverij Coutinho. Tenslotte surfte ik nog eens naar de blog van co-trainer Fanny: Ik hoop dat Fanny begin april ook wat inzichten zal willen meegeven vanuit haar training Deep Democracy. Deep democracy is in de jaren negentig door Myrna Lewis ontwikkeld in het bedrijfsleven van Zuid-Afrika en wordt sindsdien succesvol toegepast als krachtig instrument voor besluitvorming en conflictresolutie binnen groepen met een uiteenlopende diversiteit.
Het biedt handvatten voor besluitvorming met aandacht en waardering voor andere opvattingen.Tegenstellingen en botsende meningen worden op respectvolle wijze met elkaar onderzocht. In dialoog en in discussie.

De dag afgesloten met wat meer poëtische benadering van conflict met behulp van het boek van Toon Tellegen 'Is er dan niemand echt boos?': een topper bij mijn kinderen, ook al zorgt het voor heel wat verwarring en wenkbrauwengefrons.

woensdag 19 februari 2014

50 jaar migratie: tussen individu en structuur

De krant en weekbladen staan vol over 50 jaar migratie. Er valt me daarbij iets op. De meeste media brengen reeksen van persoonlijke portretten, tranches de vie. Op zich is daar niks mis mee, om een ingrijpend verhaal als migratie een herkenbaar gezicht te geven. Maar ergens voel ik dat het thema hiermee wordt teruggedrongen in ene sfeer van anekdotiek, human interest. En dat terwijl er structureel nog zoveel is, de uitdagingen metershoog.

 In een andere context ontspon er zich op mijn werkplek een discussie over hoe cultuurverandering samen gaat met structuur verandering en/of wat de verantwoordelijkheid van de niet formeel leidinggevende individuen daarin is. Ikzelf ben een groot voorstander van het stimuleren van autonomie en initiatief bij alle betrokkenen en op elk niveau, maar meer en meer bekruipt me ook het gevoel dat de balans niet meer in evenwicht is. Niet alles kan de verantwoordelijkheid van individuen zijn, niet alle kracht en verandering kan van daar komen. Als structuren ongewijzigd blijven, dan loopt het individuele willen en inzetten daar onvermijdelijk op stuk.

Daar denk ik ook aan wanneer ik ergens verborgen in de krant een bericht lees over het ontslag van Naima Charkaoui, directeur van de participatieorganisatie Minderhedenforum. Dit treft me sterk. Iemand die mij vaak geïnspireerd heeft met haar opinies en acties. Ik was het dan niet altijd helemaal met haar eens, maar ik waardeerde wel enorm haar vasthoudendheid, haar zin voor vooruitgang en voor een open en doorgedreven dialoog rond heikele thema's. Zo herinner ik me bv heel goed haar minderheidsstandpunt bij de publicatie van het rapport van de Ronde Tafels van de Interculturele Dialoog in 2010. Het betrof de hoofddoek, een thema waar ze ook later nog helder over zou blijven spreken, bv bij de afschaffing van het hoofddoekenverbod in Gent.

Een van de stemmen aan het woord in een van de artikelen over 50 jaar migratie is die van Sihame El Kaouakibi (Knack Focus) . Toevallig was ik net haar boek #Believe aan het lezen. Wat ruw en soms oneffen qua stijl, maar wel met een aantal scherpe en zinnige ideeën in. Ook zij heeft zo haar mening over de verhouding tussen cultuur, individu, structuur en verandering. Ze maakt met haar werk rond jongeren in elk geval haar overtuigingen waard, en dat is bijzonder inspirerend.

P.S. In het hele aanbod rond 50 jaar migratie niet te missen, de docu 'Het Land van Aankomst' van Rene Roelofs en Paul Scheffer. Slalommend tussen boosheid, humor, ontroering, verdriet, hoop en ongeloof.

zaterdag 8 februari 2014

Leiderschap

Bij de opleiding die ik volg hoort ook een coachingstraject rond 'leiderschap'. Dit stuk wordt begeleid door medewerkers van the Future Leadership Initiative. Zij publiceerden onlangs ook het boek ‘De leider in de spiegel’. Tussendoor kon ik er al wat in bladeren en nam ik er volgende ideeën  uit mee:

Allereerst werd ik geïnspireerd door het idee van het leiderschap in het team, de samenwerking in het collectief als het sturend principe (‘het is samen of het is niet’). Ik herken hierin echo’s van het (ecologisch)‘transitiedenken’, waarin de kracht voor wezenlijke en fundamentele verandering gevonden wordt in multi-partij en multi-level dialogeren. In tijden van elkaar snel opvolgende maatschappelijke verschuivingen en uitdagingen (‘VUCA’) is dit eigenlijk ook de enige gepaste leiderschapsvorm. Het laat je toe om druk te verdelen en kracht te genereren dankzij het inzetten op complementariteit. Op die manier kunnen organisaties echt ‘lerend’ en echte ‘responsief’ worden. In het boek blijf ik daarom hangen bij het hoofdstukje dat inzoomt op de metafoor van de jazzband. Ik voel me aangetrokken tot de daar omschreven principes:
  • Evenwichten creëren ipv controle grijpen
  • Erkennen van complexe samenhang
  • Multiperspectief werken
Dit sluit aan bij mijn eigen ‘leiderschapsideaal'. Ik  droom ervan een soort ‘verbindingsofficier’ te mogen zijn: iemand die over traditionele grenzen/hokjes heen mensen en ideeën verbindt en daardoor organisaties opnieuw een duidelijke en unieke hartslag kan meegeven, een hartslag die extern resoneert. Dit vooral door mensen aan te moedigen om volop in te zetten vanuit hun eigen expertise, datgene wat ze het beste beheersen. En door mensen te appelleren op hun verantwoordelijkheid tov het geheel en de anderen daarin.

Leiden betekent voor mij mensen meenemen in een verhaal, en hen daarbinnen de ruimte en de middelen geven om hun eigen deel op te nemen, hun eigen bijdrage te zien en te benoemen.  Deze ambitie resoneert voor mij ook met een uitspraak van Frank Van Massenhove over de noodzaak tot ‘alignement op waarden’. Klik hier voor het volledige interview met hem. 

woensdag 29 januari 2014

Als het leven je citroenen geeft...

Na een hele dag rondrennen en multi-tasken kan ik soms niet anders dan even languit in de zetel voor tv zakken. Je zou denken dat met enkel toegang tot Een en Canvas dat dan telkens een beetje een koude douche is, maar niks is minder waar. Canvas en Een in the mix met de bib van Merksem Park is een deadly combination: genoeg films, series en docus om je bezig te houden.
Vorige week alvast een heel erg mooie film van Bib meegebracht:  Lemon Tree van Eran Riklis. Het verhaal vertelt een conflict tussen een weduwe en haar nieuwe buurman. De kansen zijn ongelijk, want de weduwe is een Palestijnse en de buurman is de nieuwe Israëlische minister van Defensie. De inzet is de citroenboomgaard van Salma, de weduwe. De minister is bang dat terroristen zich tussen de bomen zullen opstellen om een aanslag op hem te plegen. Hij laat rond de boomgaard daarom een hek neerzetten, met een bewakingstoren. De boomgaard wordt daarop onteigend. Salma zoekt hulp bij de Palestijnse gemeenschap, maar vindt weinig gehoor. Ook haar tegenstanders nemen haar aanvankelijk niet serieus, want niemand verwacht dat een Palestijnse weduwe met een citroenboomgaard veel kan inbrengen tegen een Israëlische minister.
Het einde is 'zuur' voor alle partijen: de minister blijft achter in een woning die uitkijkt op een muur; weduwe Salma heeft een waardeloze, want te ver gesnoeide, boomgaard. De smaak van de heerlijke limonade die Salma doorheen de film aan iedereen aanbiedt, wordt een verre herinnering.
Terwijl deze film nog in mijn hoofd hangt, stuit ik op zondagavond op een ander Palestina-verhaal dat ook heel wat emoties losmaakt. In de meest recente aflevering van 'Sound Track' (Canvas, 20.40 u) komt plots oude bekende Jessika in beeld. In ‘Soundtrack’  ondernemen muzikanten Johannes Verschaeve (The Van Jets), Eva De Roovere, Jason Dousselaere en Dijf Sanders (Teddiedrum)  een muzikale roadtrip doorheen een niet zo voor de hand liggend landschap: Israël en de Palestijnse gebieden. Ze leren de lokale bevolking kennen, via spontane gesprekken die de vier met de lokale bevolking voerden en jams met muzikanten. Ze bezoeken ook sociaal-artistieke projecten om extra inspiratie op te doen. De ene dag is dat een violenbouwer die instrumenten uit de Holocaust hersteld, de andere is dat de Palestijnse Circusschool, die kennis en vriendin Jessika uit de grond stampte. Jessika is nog steeds even krachtig en strijdvaardig als toen we in de jaren 90 samen met nog een paar andere ex-AFS'ers in Leuven de 'mujeres al borde de un attaque de nervios' waren; Wat ons toen bond: het opzetten van oriëntatiesessies voor studenten die een jaar naar Latijns-Amerika zouden trekken. Jessika had eerder een jaar in Ecuador doorgebracht (net als ik) maar ondertussen haar hart verloren in het conflictrijke maar o zo mooie en inspirerende Colombia. Colombia in de jaren negentig vertoont zeker gelijkenissen met Palestina vandaag. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Zelfs ook al hadden we toen veel minder reden  om 'op de rand van een zenuwinzinking' te zijn dan nu :)
In 2006 ging de Palestijnse Circus School van start. Het moest een injectie van weerstand, waardigheid en hoop worden tegen de collectieve depressie die het volk in zijn ban hield. De voortdurende agressieve bezetting, het dagelijkse geweld, de toenemende werkloosheid en de volledige impasse in de onderhandelingen fnuikten de weerbaarheid van het Palestijnse volk. Dus moest het een project van cultureel verzet worden: kinderen en jongeren instrumenten aanreiken om het leven terug zin te geven en het hoofd rechtop te houden. Jongeren uit Ramallah, Jenin, Hebron, Jerusalem en verschillende vluchtelingenkampen vonden stilaan hun weg naar de circusschool. Enkele studenten groeiden zelfs uit tot eerste trainers en performers. Enkelen onder hen kozen voor een professionele opleiding in het buitenland om de nieuwe generatie Palestijnse circusfanaten te kunnen opleiden en om mee te bouwen aan een professionele circusopleiding in Palestina. Ondertussen is de Palestijnse Circusschool dus echt al een beetje een instituut geworden. Iets waar we Jessika en haar echtgenoot Shadi echt mogen bewonderen.
De Circusschool treed op in  De Roma op woensdag 26/3. Er is alvast een zitje op de eerste rij vrijgehouden voor Obama. Ook hij wil na een drukke dag wel eens even ontspannen.

PS: De Palestijnse Circusschool en Soundtrack zitten ook op Facebook

woensdag 22 januari 2014

Handen uit de mouwen, geesten uit het slot!

Het zijn drukke dagen. Niet alleen moeten er dit weekend nog nieuwjaarsbrieven gelezen worden (beetje laat, ja), ook is er op zondag de verhuis van de vzw Hand in  Hand naar hun nieuwe kantoor in Antwerpen. Sinds zowat een jaar of twee ben ik lid van de algemene vergadering van Hand in Hand. En betrokken zijn doe je niet alleen door te denken, maar dus ook door ten gepaste tijden de handen uit de mouwen te steken!
Maar, belangrijker nieuws dan dat over de verhuis is natuurlijk dat van het op kruissnelheid komen van de nieuwste campagne van Hand in Hand. Deze keer wordt gefocust op het wegwerken van discriminatie bij aanwerving. Onze samenleving is heel divers maar de werkloosheid bij mensen met een migratieachtergrond is tot vier keer groter dan bij werkzoekenden van Vlaamse afkomst. Dat heeft deels te maken met racisme en discriminatie en verder zeker ook met onderwaardering van diversiteit door werkgevers.
Discriminatie bij aanwerving een fabeltje? In 2011 deed HIVA hier onderzoek naar. Fictieve sollicitaties werden verstuurd naar aanleiding van bestaande vacatures. Binnen dit onderzoeksproject werden bijvoorbeeld fictieve sollicitaties verstuurd voor Bruno Van Dyck, een 35-jarige Belg, en Abelhamid Habib, een 23-jarige Marokkaan, die beiden solliciteren bij dezelfde werkgever voor een functie in de toeristische sector. Voor beide fictieve sollicitanten werd een gelijkaardig cv opgesteld waarin vermeld werd dat ze voordien in een reisbureau gewerkt hebben en dat ze ervaring hebben met het ticketing- programma Amadeus. De werkgever ontving van het onderzoeksteam beide cv’s, vergezeld van een gelijkaardige motivatiebrief. We stelden vast dat Bruno Van Dyck hierop een positieve reactie ontving en werd uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. De sollicitatie van Abelhamid werd echter afgewezen omdat – zo argumenteerde de werkgever - zijn profiel – dat hetzelfde is als dat van Bruno – niet overeenkomt met de gevraagde vereisten. Zo werd vermeld dat kennis van het programma Amadeus – wat overigens wel vermeld werd in het cv – toch vereist was.
Discriminatie bestaat dus. Ook in de boeiende opinie van Bart Eeckhout in de laatste weekendkrant ging het er over. Eeckhout doet een belangrijke poging om het diversiteitsdebat uit de stellingenoorlog te trekken. En hij appelleert ons om in onze naar creativiteit en innovatie snakende economie niet langer talent te verspillen!
Heb je na het lezen van bovenstaande info  zin om in actie te komen, om iets te doen? Ga dan zeker even een kijkje nemen op de site van Hand in Hand. Er werd een eisenprogramma uitgewerkt rond het actief bestrijden van racisme en discriminatie én rond het afdwingen van evenredige arbeidsdeelname. Met name de overheid wordt opgeroepen in dit alles een voorbeeldrol op te nemen. Je kan je achter dit eisenprogramma scharen door als individu of als organisatie een steunbetuiging te plaatsen op de site. Verschillende prominente en geëngageerde stads- en landgenoten deden je dit al voor. Maar je kan  ook op andere manieren meedoen, bv door deel te nemen aan een van de manifestaties die de komende weken zullen plaatshebben in verschillende Vlaamse steden en gemeenten.

woensdag 15 januari 2014

Human Resources: net als in de film?

In de opleiding die ik nu volg zijn we net door de module human resources management heen. Een boeiende module, met ronkende verklaringen rond het belang van investeren in mensen en het respecteren van hun autonomie. We bespraken competenties, performantie en nieuwe concepten als I-deals en jobcrafting.

En toch. Het wringt wel dat dit alles nog te vaak een verhaal voor de happy few blijft. Zo bewijzen ook twee films die een heel ander licht werpen op hoe we vandaag de dag met menselijk kapitaal omgaan.

Zo is er "The human resources manager", een prachtig gefotografeerde roadmovie, zich afspelend in Israel en Roemenie. Hoofdthemas is de belabberde omgang met immigranten. Maar de onverwachte wending aan het einde roept ook vragen op over de betekenis van (geboorte)grond. Betekent dat woord hetzelfde als thuis? The human resources manager dwingt tot nadenken over de betekenis van land, volk en nationaliteit.

Gelijkaardige maar ook nog veel pijnlijker vragen in The Art of Becoming is een poëtische documentaire over drie minderjarigen uit Afghanistan, Syrië en Guinee. Alle drie hopen ze op een stabiele toekomst in Europa: Fattah zwoegt in Istanbul en hoopt om zo zijn reis naar Griekenland en daarna Italië te kunnen betalen, Saleh leeft nu drie jaar in Europa maar smacht naar zijn ouders, en Mamadou probeert zijn opleiding en job vol te houden ondanks het feit dat hij geen papieren meer heeft. Doorheen hun verhalen wordt het volledige proces van migratie blootgelegd: onrealistische verwachtingen over Europa, het leven in een zorgcentrum en de onophoudelijke strijd om uitzetting te vermijden.
The Art of Becoming is een ontroerende  film over drie jongeren die meer lijken op hun Europese leeftijdsgenoten dan dat ze ervan verschillen. Net zoals iedere jongere dromen ze over liefjes en toekomstige carrières terwijl ze kieskeurig zijn over groenten en haargel. Dit gevat portret van hun dagelijks leven maakt dat de film zowel authentieke als universele inhoud toevoegt aan het complex migratiefenomeen, dat maar al te vaak gereduceerd wordt tot statistieken en ideologische discussies.

woensdag 8 januari 2014

Graag een ander soort gesprek: aanbod interculturele competentie

Er wordt weer wat af 'ge-wij-en-zij-d' dezer dagen. Verschrikkelijke gebeurtenissen zoals het schieten op de jongeman M . in Molenbeek moeten zeer zeker onderwerp vormen van maatschappelijk debat en van interpersoonlijk gesprek. Maar of het iets uithaalt dat we dat doen op de manier waarop het maandagavond in Reyers Laat gebeurde, durf ik sterk te betwijfelen. Met alle respect en begrip voor ieders individuele ervaring en unieke perspectief, de nuance bleek ver zoek. Van moderator Lieven van Gils zou ik op zo een moment ook wat meer doorvragen en kadering verwachten. Gebeurt dat niet, dan blijft vrees ik alleen maar verbittering en vervreemding over.

Precies om die vervreemding en verbittering de ruimte te ontnemen, en om met elkaar andere gesprekken te gaan voeren, wil ik ook in 2014 heel erg graag blijven focussen op het topic 'interculturele competentie'. Maandag werd via Diagonaal, de nieuwsbrief van het Kruispunt Migratie-Integratie het  vormingsaanbod voor dit werkjaar aangekondigd. Nieuw daarin een reeks over interculturele competentie. Volgende ateliers en masterclasses staan geprogrammeerd: 
In dit atelier gaan we op zoek naar een duidelijke invulling van het begrip interculturele competentie.
Wil je meer te weten komen over welke materialen en werkvormen je kan inzetten in je werk rond interculturele competentie? Deze materialendag in docAtlas in Antwerpen zorgt voor inspiratie.
Je gaat op zoek naar manieren en methoden om je rol als coach van interculturele competentie te expliciteren en te versterken.
In deze masterclass gebruik je je praktijk om het referentiekader over interculturele competentie te verdiepen.

Voor elk wat wils dus. Het volledige aanbod bekijk je door hier te klikken. 

donderdag 2 januari 2014

Een ongebreidelde stroom gelukzoekers

Nu het stof van de feesten wat is gaan liggen, de tijd genomen om de jaaroverzichten in de kranten en weekbladen door te nemen. Daarbij ook gestoten op het interview met ontwikkelingseconoom Paul Collier in De Morgen van 28 december.(1) De woorden 'migratie' en 'integratie' in de kop trokken als vanzelfsprekend mijn aandacht. Ik probeer rond deze thema's ook steeds zoveel mogelijk een open geest te houden, verschillende stemmen te horen, wisselende perspectieven te exploreren. Daarom ben ik zeker ook geboeid door het verhaal van een onderzoeker die aangeeft "tot geen enkel kamp te willen behoren". Iemand die naar eigen zeggen vooral wil proberen de discussie rond deze maatschappelijk 'lastige' vraagstukken uit 'het mijnenveld van emoties weg te trekken'.
Ik moet zeggen dat ik na het lezen van het interview wel wat op mijn honger blijf zitten. Ik had nieuwe inzichten of via onderzoek onderbouwde argumenten verwacht. Misschien stiekem ook wat concrete aanzetten tot oplossingen of een zich ontwikkelende aanbeveling.  Maar ik vond ze niet.
Wel anekdotiek, over zijn eigen grootvader bijvoorbeeld die van Duitsland naar Engeland trok. Heel wat open deuren ook, bijvoorbeeld over hoe moeilijk het is om mensen die naar het Westen komen voor hun studies daarna terug naar hun land van herkomst te bewegen. Maar dat soort dingen kan ik nog plaatsen: het blijft belangrijk om via dit soort media mensen te informeren over en sensibiliseren rond ook de persoonlijke dimensies van migratie.
Waar ik het veel moeilijker mee heb is met een aantal scheef lopende vergelijkingen in Colliers betoog. Zijn belangrijkste idee is dat migratie beperkt moet worden. Volledig open grenzen zijn geen goed idee. Ook dat is weer iets waar denk ik de meeste mensen al wel op een of andere manier van overtuigd zijn geraakt. Maar in plaats van dan aan te geven hoe je op een constructieve en ethisch manier zo een 'controle' op migratie zou kunnen uitwerken,  komt hij met een wel heel vreemd argument over waarom dit belangrijk is: "verdediging van territorium is niet alleen een mensenrecht, het wordt ook in het hele dierenrijk erkend. Het zit sinds miljoenen jaren in onze natuur ingebakken." Auw! Wanneer mensen met dit soort verhalen aankomen, vermoed ik steeds een zwaktebod. Wat moeten we hiermee? Sinds wanneer doen we dingen omdat de dieren ze ook net zo doen? En hoe bizar is het wel niet wanneer we natuurlijke instincten beginnen in te roepen om de effecten van een globalisering af te wijzen die we als cultuurwezens zelf in gang gezet hebben? Verder lijkt het me overgings zo dat je met de Fabels van La Fontaine net zo goed voor als tegen migratie kan pleiten.
Wat ik ook niet goed kon plaatsen waren Collier's typeringen van migranten als 'gelukszoekers'. Ongetwijfeld zijn veel migranten mensen die hun geluk zoeken (het belangrijkste levensproject van zowat elke levende mens op deze planeet). Maar de term 'gelukszoekers' in combinatie met de term 'ongebreidelde stroom' roept vooral negatieve connotaties op: van 'profiteren' en 'overspoelen' en dergelijke meer. Niet echt termen die ten dienste kunnen staan van het 'genuanceerde' en 'objectieve' verhaal dat Collier zegt te willen brengen. Daarbij komt nog dat ik vermoed dat een belangrijk deel van de mensen die vandaag de dag over de aarde bewegen niet zozeer op zoek naar geluk zijn dan wel in de eerste plaats gewoonweg proberen te overleven, op de vlucht voor oorlogsgeweld, honger, terreur, een totaal gebrek aan perspectieven. In het VRT jaaroverzicht zag ik weinig 'gelukszoekers'.
Het blijft me opvallen hoe wij, gezeten in onze Westerse comfortzone, ons het recht blijven toe-eigenen om te bepalen of anderen mogen dromen of niet. Wijzelf laven ons dagelijks aan het discours van 'zelfbepaling' en 'autonomie': mijn ambities, mijn dromen, mijn noden, mijn plannen, mijn verlanglijstje,.... het zijn de sturende elementen in onze agenda's. Maar van anderen, van hen die van buiten ons blikveld komen, accepteren we moeilijk dat ze op dat vlak net als ons zouden zijn. Voor hen is 'dromen' een luxe-goed dat ze niet zomaar mogen krijgen, dat moet hen vergund worden. We beperken hun bewegingsvrijheid niet enkel met reële grenzen maar ook met nog heel wat grenzen in hun hoofd.
Ik volg Collier in zijn oproep om grondig na te denken over de gevolgen van migratie aan alle kanten van de grens. De met migratie samenhangende 'brain drain' die arme landen verzwakt en dus nog meer mensen het gevoel geeft dat ze daar niet kunnen blijven, is een niet te miskennen feit. Maar ik vind niet dat je de verantwoordelijkheid voor de oplossing daarvan alleen maar bij de migrerende individuen zelf mag leggen. Ik vind niet dat je van mensen zoveel 'zelfopoffering' mag verwachten. Het is de taak van overheden om samen te werken aan structurele stabiliteit, aan veiligheid. Daarbinnen hebben mensen dan de ruimte om effectief keuzes te maken.
Ik volg Collier ook in zijn waarschuwing voor een mogelijke ervaring van 'teveel aan diversiteit'. De meerwaarde van verschil staat voor mij onomstotelijk vast, maar ik vind ook wel dat je mensen de kans en de tijd moet geven om zich aan te passen aan een veranderende context: zowel de migranten als de mensen in het land van aankomst. Maar ik wil hierin wel 'strenger' zijn dan Collier. Hij stelt dat we vooral moeten uitzoeken tot hoe ver we kunnen gaan opdat de ons omringende diversiteit nog 'comfortabel' is. Dat volg ik niet. Om te leren en te evolueren moet je stretchen, voorbij je comfort durven gaan. Om dit mogelijk te maken wil ik opnieuw wijzen op een een gedeelde verantwoordelijkheid: het individu en de overheid moeten samen denken over en werken aan een omgeving waarin diversiteit echt het verschil kan en mag maken. Collier zelf schuift de hete aardappel voor zich uit.
Op 1 januari 2014 gingen de Europese grenzen open voor Roemenen en Bulgaren. Dit leidde in sommige Europese landen blijkbaar zelfs tot een ware 'migratiepsychose'. Als dat maar niet het woord van 2014 mag worden. Ik hoop echt dat we in 2014 op een meer constructieve en gefundeerde manier kunnen nadenken over deze toch enorme uitdaging voor ons allemaal.

(1) Het interview met Collier van 28/12 kon ik niet online vinden maar hier een opinie van hem van 2/12/2013