zaterdag 6 november 2010

De multiculturele samenleving mislukt (De Standaard Opinies, 6/11/2010)

De multiculturele samenleving mislukt, het is een waarheid als een koe. Pardon? Ja, dat meen ik echt. Angela Merkel had het een drietal weken geleden al gesteld, en nu ook onze eigenste premier Leterme het gezegd heeft, kunnen we er niet meer omheen. Waarlijk rijmt ‘demissionair’ op ‘visionair’. Tijd dus om resoluut een andere richting uit te gaan. To boldly go where no man has gone before: niet een multi-, maar wel een echt interculturele samenleving.
Ik hoor u al kreunen: toch niet weer zo’n self-made filosoof die met semantische steekspelletjes een reëel en dwingend vraagstuk tracht te ontwijken? Integendeel, ik probeer eindelijk – letterlijk- te zeggen waar het op staat. Ons met de keuze van de juiste woorden ook tot de keuze van de juiste acties te dwingen. 'Multi, immers, dat was de gemakzuchtige weg. Naast elkaar, zonder de noodzaak van met elkaar. En als ik jou niet echt ‘nodig’ heb, waarom ben je hier dan eigenlijk nog? 'Multi' staat voor een zich op veilige afstand voltrekkende veelvormigheid, zonder een oproep tot betrokkenheid of handeling. Inter'', dat zal harder in ons vel gaan snijden. Dat betekent vreemde voetstappen op ons erf en handen die vuil gemaakt moeten worden. ‘Inter’, dat gaat om wat er tussen ons is, om datgene wat ons nu weer eens verbindt en dan weer eens scheidt. ‘Inter’ wijst ons op onze grenzen en tegelijkertijd op ons vermogen om deze grenzen te overschreiden. Bij het vernoemen van ‘inter’ kan je moelijk aan de kant blijven.
Het is die oproep tot in het bad stappen die ik ook in de bijdrage van Veli Yuksel in de krant van gisteren lees. Conflicten niet langer toedekken. Het debat aan gaan. Het 'rechten' en 'plichten' verhaal in alle kringen en op alle fora durven voeren. Dat betekent inspanningen vragen aan de nieuwkomers (de taal leren, zich inschrijven in het heersende democratisch bestel, etc), maar zeker - en dit vind ik heel belangrijk om toe te voegen - ook aan de inwoners van 'het land van aankomst'. Jazeker, alle van overheidswege ingestelde initiatieven als inburgeringstrajecten en alle budgetten vrijgemaakt voor integratiecoaches zullen nooit genoeg te noemen zijn, als niet de gehele gemeenschap bereid is die inspanning te leveren die alle andere inspanningen vooraf hoort te gaan. Ik bedoel daarmee het durven toegeven dat integratie geen eenrichtingsverkeer is, maar altijd – en daarmee bedoel ik altijd – van twee kanten moet komen. Elke '"aanpassing" bij jou, ook een aanpassing" bij mij. De verandering ook bij wie zich al volkomen achtte, dat is een van de harde' waarheden van de dynamiek van de ontmoeting, die je in het kunstmatige opzet van de multiculturele maatschappij nog wel kan verhullen, maar die zich in de realiteit van de interculturele samenleving, dwingend openbaart.
Zoals Yuksel zegt, een nieuze modus vivendi moet vorm krijgen. Alleen door zelf deel te durven en willen worden van de gediversifieerde samenleving zullen we kunnen ontsnappen aan het beklemmend gevoel van onmacht, dat zich nu uit in de nood om luid over mislukking te spreken. We moeten aanvaarden dat we voor een permanente bouwwerf staan. Een soort sociale Sagrada Familia, een onmogelijke constructie die ons aanspoort vaardigheden te ontwikkelen die we verwaarloosd hebben en geijkte kennis op een innovatieve manier in te zetten.
Ben ik naïf, een utopist, een doorgedraaide idealist. U mag mij zo noemen, men heeft mij al van erger beschuldigd. Maar zelf, in het diepst van mijn gedachten, weet ik wat ik echt ben: zonder twijfel, een realist. Want had u nu echt gedacht dat er zoiets bestond als de mogelijkheid om deze weg niet verder op te gaan? Geloofde u nu echt in de optie om ‘terug te keren’ naar een soort monocultureel punt 0 (nostalgie naar het verleden bezwaart niet enkel de nieuwe Belgen, meneer Yuksel)? De realisatie van de interculturele samenleving dient zich aan als een uitdaging waar we niet onder uit kunnen, een ‘vraagstuk’ dat we niet uit moedeloosheid'' mogen parkeren. Het point of no return zijn we, in alle betekenissen van het woord, allang geleden gepasseerd.

dinsdag 1 juni 2010

Apartheid in ons schoolsysteem is niet de oplossing (Reactie op artikel De standaard zomer 2010)

Socioloog Jaak Dronkers stelde vast dat een grote etnische diversiteit in de klas het niveau naar beneden haalt. Zo meldt De Standaard dit weekend. Zijn oplossing: segregatie. Stop scholieren allemaal in mono-etnische scholen. In zulke scholen kunnen leerlingen, ongestoord door het anders-zijn van medescholieren, zich concentreren op de leerstof en halen ze bijgevolg betere resultaten. Dat is een zeer gevaarlijk discours. Het is bovendien een non-oplossing in een wereld waar verschil geen mogelijkheid, maar een feit is.

Segregatie, als het al haalbaar zou zijn, is allerminst wenselijk. Hoe gaan kinderen uit deze mono-etnische scholen gewapend zijn om in de multi-etnische realiteit te overleven? Of gaan we die segregatie dan ook maar meteen doortrekken naar arbeidsmarkt en woonomgeving? Jaap Dronkers doet smalend over 'interculturele vriendschappen', alsof dat niet ter zake doende aspecten van het leven zijn die het leerproces eerder in de weg zitten dan wat anders. Dat getuigt van een merkwaardige wereldvreemdheid. Leren hoe de wereld in elkaar zit leer je voor een belangrijk stuk door interpersoonlijke relaties. Dat is bij uitstek zo voor kinderen en jongeren. Bij StampMedia, een persagentschap waar jongeren het nieuws maken, is net dat één van de succesfactoren die ervoor zorgen dat jongeren van allerlei origine en achtergrond zich aangesproken voelen en meewerken.

Wat het meest frapeert is het statisch karakter van Dronkers zijn verhaal. Hij stelt een feit vast: vandaag de dag legt diversiteit een zware last op scholen. Dit is ongetwijfeld zo. Maar hoe komt dat? En wat doen we nu verder hiermee? Het is immers niet de diversiteit op zich die een probleem vormt, maar wel de manier waarop we ermee omgaan. Nog steeds weigert men onder ogen te zien dat ons onderwijs grotendeels gericht blijft op die onbestaande maar zo graag geziene norm-leerling: kind uit de witte middenklasse, gemiddeld intelligent, perfect gesocialiseerd naar de doorsnee waarden en normen. En die al dan niet bewuste drang naar ‘eenvormigheid’ neemt overhand toe. Het lijkt er inderdaad sterk op dat er de laatste jaren met steeds meer fatalisme wordt gekeken naar anders-zijn of van elders-zijn. Niet alleen allochtone kinderen zijn daarvan het slachtoffer maar evengoed kinderen die leiden aan autisme-spectrum stoornissen, kinderen uit een niet normatieve gezinssituatie, of gewoon zij die wat minder goed meekunnen in ons prestatiegerichte onderwijs. Hoewel Dronkers’ pleidooi voor een meer op de noden en stijl van het kind gericht onderwijs daarbij perfect lijkt aan te sluiten, zien we dat toch liever gebeuren in een pluriforme context dan in een apartheids-structuur.

Hoe gaan we die gescheiden systemen trouwens op poten zetten? Wie gaat de erwten van de bonen scheiden? Dronkers strooit kwistig met labels: ‘Marokkaan’, ‘Turk’, ‘migrant’,… . Maar wie zijn dat allemaal? Hoe verschillend is de Vlaming uit een welstellend milieu uit de Antwerpse rand van een Vlaming, balancerend op de armoedegrens, uit een landelijke gemeente in Oost-Vlaanderen? Bijna grappig wordt het als Dronkers het heeft over de islamscholen waar hij ‘Marokkanen’, ‘Turken’ en ‘Pakistani’ wil samenduwen. Alsof dat geen divers gezelschap is. Waar we mensen gaan labelen, beginnen de problemen. Amin Malouf’s verhaal van de moorddadige identiteiten wordt met de dag actueler. Dat de meeste jongeren vandaag de dag een meervoudig verhaal in zich dragen dat een gedwongen kleur bekennen niet goed verdraagt, mogen we niet terzijde laten.

Een pijnlijke passage in het interview met Jaap Dronkers betreft de manieren waarop de door hem geidentificeerde groepen reageren op tegenstand of zelfs racisme. Bij Moslims en Latino’s zou dat gelatenheid uitlokken, bij Aziaten gedrevenheid om nog beter te doen. En ook nog: Gewone’ Aziaten krikken het niveau van de klas op, ‘Islamitische‘ Aziaten halen het niveau naar beneden. Pardon? Misschien zou er eens grondig onderzoek moeten gevoerd worden naar de raciale stereotiepen die leven in de hoofden van de Vlaamse goegemeente. En naar de wisselwerking tussen die stereotiepen en een aantal discriminatoire praktijken. In zijn vorig jaar verschenen boek ‘Vreemden’ geeft Prof. Mark Elchardus heel wat interessante onderzoeksresultaten mee rond de rol van leerkrachten in het bestrijden of bevestigen van racisme en xenofoob gedrag. Elchardus is ook een ‘onderzoeker’, maar wel een die werkbare pistes naar de toekomst meegeeft. Zoals bijvoorbeeld het belang van het daadwerkelijk voorleven van waarden als openheid en verdraagzaamheid. Om deze waarden te kunnen voordoen, in plaats van ze enkel te preken, heb je precies een diverse omgeving nodig.
Of misschien kan de Standaard de stem van Jaap Dronkers eens confronteren met die van prof. Ides Nicaise (HIVA en KUL). Hij waarschuwt ons al jaren voor stereotiep denken over een zogenaamd ‘niet-onderwijsgerichte cultuur’ bij landgenoten van allochtone origine. Uit zijn onderzoek bleek dat de oorzaken voor ‘minder presteren’ evenzeer van ‘sociaal-economische’ als ‘socio-culturele’ aard zijn. Het gaat om een complex verhaal, waarbij alleen meervoudige acties antwoord kunnen bieden. Nicaise zelf noemt bv. voorschoolse stimuleringsprojecten, het écht kostenloos maken van het onderwijs, en een gewichtenregeling in de financiering van scholen.

Op het einde van het interview in de Standaard gaat het over de mogelijke recuperatie van Dronkers's onderzoek door de politiek. Alsof dat nu onze grootste zorg zou zijn. Wil iemand zich eerst eens de vraag stellen wat dit soort onderzoek en dit soort publicaties betekent voor de betrokken doelgroep? Veel leraren verdienen een medaille omdat ze dagdagelijks proberen hun werk zo goed mogelijk te doen met de beperkte middelen die ze hebben. Veel leerlingen al evenzeer. Maar dit soort onheilsboodschappen over een “niet terug te draaien evolutie” zal er niet voor zorgen dat de middelen en ruimte worden vrijgemaakt die zij nodig hebben om hun pionierswerk vrucht te doen dragen.