woensdag 27 maart 2013

Bezoek

Net het huis aan de kant gedaan, twee grote potten soep gemaakt en een ketel spaghettisaus. Er is bezoek op komst! Vanmiddag ontvangen we mijn Ecuadoriaanse vriendin Flor Maria, haar man Thomas en drie zonen: Pablo, Luis en Felipe.  Flor en ik kennen elkaar ondertussen al meer dan 20 jaar! Van toe ik in 1990 een jaartje in Quito woonde als AFS uitwisselingsstudent. Een jaar dat alles op zijn kop zette en waar ik nog steeds elke dag 'de gevolgen' van ondervindt. Ik heb er op korte tijd zoveel mogen meemaken en zoveel mogen groeien. En ik heb er ervaringen opgedaan die me drijven in wat ik nu doe, wil zijn.

Ik ondervond er bijvoorbeeld voor de eerste keer wat het is om 'echt anders' te zijn. 'La gringa', zo werd ik op school genoemd, en dat in volle Golfoorlog ('Yanquis fuera!). Maar ik mocht er voor het eerst ook echt helemaal mezelf worden: niet langer dat 'vijfde wiel aan de wagen', de 'kleinste in de rij', maar wel een eigen persoon, die eigen keuzes maakt (moet maken) en een eigen stem heeft. En zo werd de fascinatie geboren voor de balans tussen eigenheid en anders zijn, overeenkomst en verschil. Een fascinatie die ik nu professioneel vertaal.

Ik leerde er ook wat 'cultuur' is, niet door het te benoemen, maar door er tegenaan te lopen. Van het  meer 'triviale' (chips of popcorn in de soep ipv croutons) tot het meer fundamentele (mijn Amerikaanse vriendin Rachel die zegt: "Everything that I am today, I am because of my country!"). Van huizen vol inheems artisanaat tot de bewoonster ervan, de moeder van een vriend, die me scheef bekijkt omdat ik een indiaanse polsbandje draag. Paradoxen en ongerijmdheden. Uit de klas gezet worden omdat ik er niet mee kon instemmen dat homoseksualiteit een ziekte was. Een ijzige stilte opwekken tijdens een warme, leuke strandwandeling met vriendinnen omdat ik in geval van verkrachting abortus wel toegestaan achtte. Me afvragen hoe een zelfde muur drie heel verschillende opschriften kon bevatten: van 'cristo viene' over 'bebe coca-cola' tot 'amo al parte indio en mi'.

Perspectiefwisseling ook: vrijwilligerswerk voor Amnesty in Antwerpen is niet hetzelfde als vrijwilligerswerk in Quito op het moment dat na zoveel jaar dictatuur in Chili mensen eindelijk terug naar huis kunnen keren (eerste keer Rum Cola gedronken, weer een grens verlegd).

Waarde-relativering ook: is het beter je loon meteen aan een goed gevulde winkelkar te besteden (je weet toch niet wat er morgen komt) of om je geld op de bank te zetten (in die tijden waren banken in België nog veilig).

Andere opvoedingsstijlen, ander taalgebruik, andere transportmiddelen, ander hygiëne,... zoveel verschillen die je ogen openen en je veerkracht testen. Het is niet makkelijk, maart ik zou het iedereen aanraden.

Flor kwam ik ongeveer ergens halverwege tegen. Zij leerde mij muziek kennen die nu nog mijn humeur in een flits kan verbeteren: Mercedes Sosa, Silvio Rodriguez, Pablo Milanes. En dan samen luidop meezingen tijdens onze wandelingen in Pasochoa. Zij leerde mij ook iets over loyaliteit nar familie toe, ook in moeilijke tijden. Ze toonde me ook hoe zacht praten ook krachtig kan zijn. Ik kijk er naar uit haar straks weer te zien en te horen.

Quito is voor mij 20 jaar geleden. Ondertussen dient een nieuwe generatie AFS'ers zich aan. Mijn neef(je) Selwin verblijft ondertussen al enkele maanden in Mumbai en mijn nicht(je) Moira vertrekt deze zomer voor een jaar naar Paraguay. Stiekem ben ik natuurlijk wel wat jaloers, zo nog middenin of op de drempel van dat grote avontuur. Ik wens hen beiden een echt levensveranderende ervaring.

zondag 17 maart 2013

De jeugd van tegenwoordig

Het weekend afgerond met het lezen van een inspirerende column van een hogeschoolstudente uit Antwerpen, Amina Bellorf: 'ik stik binnen uw norm!' Een hartenkreet vanuit een stad die schichtig naar de toekomst kijkt.

Het gaat niet goed met de jeugd van tegenwoordig. Of toch met een deel van hen niet. Vooral dan met hen die, om diverse redenen, wat meer ondersteuning nodig hebben. Dat lees ik deze week op verschillende plaatsen in de krant, oa in het artikel met Ingrid De Jonghe bezielster van TEJO, een groep van jeugdtherapeuten uit Antwerpen.  Onze jeugd is opgejaagd wild, stelt ze. En hoe vreselijk is dat, dat we dusdanig omspringen met hen die ons de komende decennia zullen moeten dragen en vooruit halen?
En wat  geldt voor de doorsnee jongere, geldt dan nog eens des te harder voor de 'andere' jongere. Ja, want ook op dat vlak kampen mensen met een migratie-achtergrond nog maar eens met een handicap. Nog minder dan anderen vinden deze jongeren de weg naar (gepaste) jeugdhulp. Nog meer dan anderen verzeilen ze van de regen in de drop, doordat kanalen ongekend zijn, structuren onoverzichtelijk, deuren onherkenbaar.

Gelukkig wordt er wel actie ondenomen. Maandag nog kreeg ik de eerste plannen van een nieuw project rond cultuurgevoelige jeugdhulp voorgesteld. Voor Kerst zetelde ik in de evaluatiecommissie van het voorstel voor dit nieuwe EIF project. Bedoeling ervan is jeugdhulpverleners de juiste inzichten en tools te bieden die hen moeten toelaten hun interventies op een meer cultuursensitieve manier uit te voeren. Dit zal gebeuren door het opzetten van een expertisenetwerk en een website. De reden dat dit project me extra boeide en waarom ik dus graag meewerkte aan de goede opstart ervan,  was dat ik in het verleden ook al had mogen kennismaken met een aantal medewerkers van de zogenaamde OTA's, ondersteuningsteams allochtonen. Concreet de mensen van OTA Gent. Hun kijk op jeugdhulp en vooral dan de hulp aan jongeren met een migratieachtergrond sprak me aan.

Waar jongeren met een migratieachtergrond ook bij gebaat zullen zijn, is bij een volledige en effectieve toegang tot het hoger onderwijs. Maar dat zal dan ook beteken dat de verschilvragen die zij bij hun instroom daar zullen binnenbrengen au serieux genomen worden en met een open vizier benaderd. Precies rond die vraagstelling ga ik komende maandag een kleine presentatie geven op een bijeenkomst van de commissie diversiteit van de VLOR. ik ga hen een aantal stappen en principes voorleggen die ze zouden kunnen inzetten om de 'vragen rond aanpassing' die op hen af komen op een gedragen en structurele manier te beantwoorden. Een kader dat hen moet toelaten de zaak open te trekken ook. Er is nu een verhoogde aandacht voor allerlei vragen die op een of andere manier aan religie gelinkt zijn. Dat maakt het niet steeds makkelijk, omdat dit nu eenmaal een thema is waar hier in Vlaanderen een sterke gevoelslading opzit. Kan er nog wel ruimte zijn voor zingeving in de publieke context? Soms kan het helpen die specifieke lading van de vraag af te halen en te kijken waar het echte functionele verschil zit.

In de presentatie voor de VLOR hoop ik ook een stuk te kunnen terugvallen op een aantal van mijn eerdere ervaringen. Niet in het minst die van het uitwerken van een  handboek voor de implementatie van een diversiteitsbeleid in het hoger onderwijs waar ik enkele jaren geleden aan meewerkte: "tellen en meetellen in het hoger onderwijs."



zondag 10 maart 2013

Urgentie

Een intense week afgerond met een trefdag rond het thema urgentiebesef. Hoe zetten we de organisaties waar we mee samen werken echt in beweging? En kunnen we er ook voor zorgen dat die beweging enigszins positief gemotiveerd is, vanuit een 'wens' tot verandering. Nog te vaak krijgen we te maken met een negatief geladen 'sense of urgency': angst, onrust, een gevoel het niet meer de baas te kunnen. Door op deze dag een 20 tal procesbegeleiders en vormers samen te brengen wilden we samen met hen op zoek gaan naar alternatieven en nieuwe perspectieven.

De dag bestond voor de helft uit uitwisseling en oefening en voor  de andere helft uit inspiratie van gastsprekers. De ene live, de andere virtueel. Allereerst konden we via een filmpje van het TED forum kennis maken met de inzichten van auteur-antropoloog Simon Sinek. Hij sprak over het belang van het benoemen van het 'waarom'. Zijn credo is: start with why. Dat wil zoveel zeggen als: vertel de mensen met wie je samenwerkt of voor wie je werkt wat je drijft, wat je laat doen wat je doet, waarom je doet wat je doet. Op die manier breng je een van de belangrijkste tips rond het creëren van urgentiebesef in de praktijk: handel zelf elke dag vanuit urgentie (John Kotter), toon waar voor jou urgentie zit. Sinek meent vastgesteld te hebben dat mensen die dit in de praktijk brengen, veel overtuigender en veel inspirerender zijn dan anderen. Hij illustreert zijn inzicht met voorbeelden uit diverse leefwerelden, van Martin Luther King tot Aplle.
De andere spreker-inspirator van de dag was live aanwezig. Het ging om Hans Bellaart, trainer, consultant, mdewerker van het Nederlandse Forum instituut en auteur van onder andere de zeer inspirerende tekst 'verlangen naar zee', over interculturalisering in de welzijns-sector. Met een gedicht van Antoine de Saint Exupery maakte hij ons heel duidelijk dat het er niet om gaat mensen te overdonderden met plannen en instructies, maar hen vooral zin te geven in verandering, hen te laten verlangen naar de immense zee (van mogelijkheden) die voor hen ligt. Alleen als mensen het echt willen, dan komen ze in beweging.

Die gedachte resoneerde met een ervaring van eerder deze week, toen ik een aantal diepte-interviews mocht afnemen in het kader van een onderzoek dat ik samen met collega Tine Debosscher uitvoer. We zijn gestart met een evaluatie van het in Vlaanderen bestaande aanbod rond toekomstorientatie voor mensen zonder wettig verblijf. Ik ervaar dit als een zeer bijzonder en boeiend onderwerp. Het gaat erom om mensen die leven in heel moeilijke, heel precaire omstandigheden, opnieuw aan te zetten tot reflectie en hen te ondersteunen in het uitwerken van een zelfgekozen perspectief. Dit vanuit de gedachte dat alleen een toekomstplan dat ze zelf hebben kunnen vormgeven en dat aansluit bij hun persoonlijke dromen en capaciteiten, ook enige kans op slagen heeft. Op donderdag mocht ik gedurende een paar uren praten met enkele van de mensen die hen hierbij al gedurende vele jaren begeleiden, dit door middel van een vierdaagse cursusaanbod, waarin samen wordt nagedacht, informatie wordt uitgewisseld, wordt geleerd, maar ook samen wordt gegeten, geleefd. Met de begeleiders praten we over hoe het allemaal begon, wat hen dreef, welke moeilijkheden ze op hun weg vonden, hoe ze op zoek gingen naar partners, hoe ze hun aanbod methodisch en inhoudelijk vorm gaven en ook over welke toekomst zij zelf voor hun project dromen en hopen. De kracht van het 'waarom' werd ook in hun verhaal heel erg duidelijk. En ook wat het kan 'kosten' om vanuit je 'waarom ' te werken en te leven. Deze eerste interviews maakten me alvast heel benieuwd naar het verdere verloop van ons onderzoek.
P.S. ook nog een treffende film gezien deze week: Terraferma. Tijdens één van hun vistochten stoten enkele Italiaanse vissers op een boot vol Afrikaanse vluchtelingen. Wanneer ze dat aan de politie melden, krijgen ze te horen dat ze uit de buurt moeten blijven en vooral niemand aan boord nemen. Op dat moment is een aantal illegalen echter al van de overvolle sloep gesprongen en naar hun vissersboot gesparteld. De kapitein staat meteen voor de keuze: doen wat de overheid oplegt of de Code van de Zee volgen (je laat niemand in het water) en het risico lopen dat je gearresteerd wordt wegens het helpen van illegalen.

zondag 3 maart 2013

Lerende netwerken

Gisteren leuk bericht gekregen: het atelier dat ik eind maart organiseer rond de kracht van lerende netwerken is volzet! Er staan zelfs al een paar mensen op de wachtlijst. Blijkbaar een thema dat aanslaat dus.
Ik ben de laatste weken druk doende geweest met het uitwerken van een sterk draaiboek voor de vorming. Heb weer heel wat gelezen, maar ook een paar heel boeiende gesprekken rond het thema gevoerd. Onder andere met mijn vroegere collega Fanny. Fanny heeft nu deeltijd een eigen praktijk. Omdat zij ook praktisch met het thema van netwerkleren aan de slag is, vroeg ik haar om op 22/3 een een stuk van het aanbod voor haar rekening te nemen.
Naast de bronnen die ik zelf al raadpleegde, zette Fanny me ook op weg op het boeiende pad van de co-creatie. Zo nam ik onder andere het inspirerende en heel verteerbare boekje 'Mierenspel' van Yves Larock door. Wat ik in dit werk las over de kracht van netwerken sloot helemaal aan bij de ideeën die ik er zelf rond aan het ontwikkelen was. Daarbij gaat het dan vooral om het positioneren van een lerende netwerk als een belangrijke katalysator voor een diepgaande systeeminnovatie. Voor dit idee liet ik me in eerste instantie inspireren door het ecologisch transitiedenken (zie ook eerdere blogs). Feit is: we staan voor zeer grote sociale, financiele en ecologische uitdagingen. De nood aan reële systeeminnovatie is dus meer prominent aanwezig dan ooit. Maar,  geen enkele organisatie, overheid, sector kan dat alleen aan (hoewel je ervan zou schrikken hoevelen nog denken dat dat wel zo is). We moeten dus, zoals het transitiedenken zegt, 'multi-actor' en 'multi-level' aan de slag, ook in de integratiesector. Het opzetten van vernieuwingsnetwerk (bv door de koppeling van verschillende bestaande netwerken) kan hier concreet bij helpen.Binnen die zogenaamde 'coalities van vernieuwing' wordt ook een nieuw soort, efficiënter leren gestimuleerd: het gaat om 'convergent leren' of 'systeemleren'. Hierbij worden concrete ervaringen gedeeld. Dit geeft dan een directe aanzet tot het samen werken aan een creatieve exploratie van nieuwe mogelijkheden en toekomstperspectieven. Hoe gebeurt dit alles? Heel eenvoudig; door agenda's te delen, vragen te delen, kennis te delen en zo dan inzicht te verwerven in elkaars vanzelfsprekende denk-ramen. Het gaat hierbij dus ook om een duidelijk experimenterend leren, dit vanuit de erkenning van feit dat om onzekere, complexe en dynamische processen gaat. Het lerend netwerk kan dus fungeren  als geprefereerd instrument voor het aanpakken van lastige verandervraagstukken.  Het netwerk is ook energie-efficiënt: je doet er nieuwe  energie op (via ervaring anderen) en je kan er tot synergie komen die je eigen acties laten versnellen. 
Aansluitende inzichten vond ik ook bij Folke Glasstra en Carrilho, in hun boeiende artikel diversiteitsmanagement en meervoudig organiseren. Zij beschrijven een paar aanknopingspunten ivm de vraag hoe netwerken ook interculturalisering of diversiteitswerk kunnen ondersteunen. "Er is in dit soort kwesties (managen van diversiteit) geen bevoorrecht machtscentrum van waaruit  kan worden bevorderd of gemanaged: de noties van krachtenspel, gelaagdheid en leefwereld maken de inzet van meerdere partijen en perspectieven noodzakelijk." Netwerken creëren ruimte voor de totstandkoming van analysemethoden en veranderbenaderingen die zoekend en ontwikkelend zijn en die het niet zonder de actieve inbreng van betrokken partijen en actoren kunnen stellen. Tegelijk onderstrepen de auteurs het belang van het werkzame principe van een netwerk, met name zelforganisatie. Via het netwerk krijgen mensen en organisaties meer grip op het gegeven van continue verandering dat hen omringt. Dit doordat ze in het netwerk terecht komen vanuit een intrinsiek gevoelde motivatie en zich op die manier dus weten aangesproken in hun  innerlijke zekerheid en innerlijke weten. Ik kijk alvast heel erg uit naar de sessie van 22/3. Bedoeling is vooral mensen warm te maken om in hun eigen context met netwerken aan de slag te gaan. maar wie weet, misschien starten de deelnemers aan de dag later zelf wel een netwerk!