woensdag 17 april 2013

Ontwikkeling

Gisteren deelgenomen aan een netwerkmoment bij de bachelor na bachelor intercultureel management van Thomas More hogeschool in Mechelen. Bedoeling was om met een aantal mensen uit het werkveld na te denken over hoe de opleiding nog sterker praktijkgericht kan gemaakt worden. Deelnemers aan het Netwerkmoment Werkveld werden geselecteerd op basis van het netwerk van Cimic, suggesties van studenten en persoonlijke contacten. Er werd geprobeerd om vertegenwoordigers aan te spreken uit een zo breed mogelijke waaier aan sectoren.  Er waren deelnemers uit de vredesbeweging, de kunstensector, arbeidsbemiddeling en profitsector. Erg boeiend om ook hun invalshoeken en bedenkingen te beluisteren.

In een eerste deel van het netwerkmoment werd iedereen individueel gevraagd een venndiagram in te vullen met drie vragen:
- Welke maatschappelijke thema’s mogen zeker niet ontbreken in het curriculum van een opleiding Intercultureel Management?
- Wat zijn volgens u de belangrijkste (recente) ontwikkelingen die een opleiding Intercultureel Management in haar curriculum moet opnemen?
- Welke competenties hebben volgens u intercultureel competente medewerkers in het werkveld nodig?
Deze individuele inbreng vormde mee de basis van de twee volgende sessies.

In de eerste sessie ging groep A aan de slag rond de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen die in de banaba moeten worden aangesneden. Eerst kon vrij op een grote flap ideeën worden neergepend, daarna werden een aantal ontwikkelingen eruit gelicht. Groep B, waar ikzelf aan deelnam, ging aan de slag rond de nodige centrale competenties die de banaba dient te ontwikkelen. De competenties werden benoemd volgens de ordening: kennis, vaardigheden, attitudes en awareness (de A+ factor). Het frame van Fantini.

Voor mij sloot deze eerste brainstorm aan bij het project waar ik nu op werk rond de competentieontwikkeling en jobondersteuning voor zogenaamde 'brugfiguren': intercultureel bemiddelaars, toeleiders, enzovoorts. Ook daar is de kernvraag: wat moet iemand die hier in het steeds kleurrijker en diverser Vlaanderen wil bemiddelen en verbinden allemaal 'kennen', 'kunnen', en eventueel ook 'zijn'. Dat het om een complex geheel aan vaardigheden, kennis en attitudes zal gaan is alvast duidelijk. Volgende zaken werden benoemd:

KENNIS:
communicatiemodellen kennen: TOPOI; geweldloze communicatie werden genoemd. Deze twee modellen hebben met elkaar gemeen dat ze zelfkennis bevorderen en tegelijkertijd ook werken op verbinding. Het zijn beide ook modellen die uitnodigen tot oefenen en dus ook de ontwikkelingen van vaardigheden vragen.
specifieke kennis rond bv. andere wervingskanalen, cultuurvrij testen in selecties,…

VAARDIGHEDEN:
Bewust oefenen in het creëren van open ruimte (divergent denken)
Een visie kunnen ontwerpen en communiceren (convergent denken)
Zelf ontwikkelen van kaders en praktijken
Taligheid ontwikkelen: openheid voor andere taal(systemen); experimenteren met taal; media inzetten
Afstemming kunnen zoeken tussen verschillende referentiekaders, perspectieven, culturen,…

HOUDING:
culturele gevoeligheid ontwikkelen: onderzoeken, participeren aan
openheid
Zelfreflectie: voorbij tips en tricks
Bestaande paradigma’s in vraag (durven) stellen
Accepteren van /omgaan met onzekerheid . In positieve termen: stimuleren van ondernemingszin, creativiteit ontwikkelen,
Interdisciplinariteit: omgaan met meervoudige perspectieven

AWARENESS + (A+):
Durf
In relatie staan met de ander; in relatie staan met zingeving
Bezieling ervaren en verder ontwikkelen

In een tweede sessie gingen we verder in op de nodige competenties en de centrale thema’s die een plaats moeten krijgen binnen de themalijn "interculturaliseringsdynamieken dichtbi"j en "interculturaliseringsdynamieken internationaal".

Wat in elk geval opvalt is dat mensen aangeven dat ze nood hebben aan reële ontwikkelruimte. Ruimte om op een veilige manier weer in contact te komen met vaardigheden die je in feite 'basis' zou kunnen noemen: actief luisteren, feedback geven, onderhandelen, conflict hanteren. Mensen willen hierin kunnen oefenen en ze vragen om plaats en tijd  om rond deze competenties creativiteit en alternatieven te mogen ontwikkelen. En daarmee wordt meteen duidelijk dat competentie-ontwikkeling nooit meer een verhaal van individueel leren alleen kan zijn. Het gaat erom ook gericht vragen te durven stellen op niveau van organisatie- en opleidingsontwikkeling om aan deze noden tegemoet te kunnen komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten