donderdag 1 maart 2007

Tips bij het uitwerken van een diversiteitsbeleid (Kick-Off Diversiteitsbeleid Katholieke Hogeschool Leuven, februari 2007)

1. Om tot een echte ontmoeting, samenwerking, samenleven met ‘de andere’ te komen moeten we eerst heel wat leren over onszelf.

 Welke weerstanden?
 Welke motivaties?
 Welke emoties?
 Welke argumenten?

Wat drijft/belemmert mij bij het toestappen op ‘de andere’, ‘dat wat anders is’? Hoe reageer ik op ‘verschil’? En waarom reageer ik zo? => verhinderen dat we de ander als ‘zondebok’ gaan gebruiken voor eigen frustraties.

Andere essentiële interculturele competenties:

2. Krijg zicht op je eigen concept van ‘cultuur’

Cultuur is niet het belangrijkste element in onze ontmoeting, ons samenwerken, maar wel vaak het meest miskende!
 Welk evenwicht vind je tussen ‘cultuur’ en ‘persoon’? Absolutist of relativist?
 Hoe beïnvloed cultuur je denken, doen, praten. Of concreet: welke invloed heeft cultuur bv. Op je leerstijl?
 Hoe bespreekbaar is cultuur voor jou? Wat zijn de grenzen van jouw ‘niet onderhandelbaar kader’? Welke cultuurelementen wil je niet wegen (bv. Religie)?

3. Leer omgaan met conflicten

De diverse / multiculturele samenleving zal conflictueus zijn of ze zal niet zijn (E. Jans). Willen we blijven dromen van een happy-go-lucky festivalsfeer of durven we de uitdaging aan?
 Welke conflicthanteringmethode hanteer je nu? Wat zijn de gevolgen ervan => de lange termijn effecten van het consensusmodel
 Kan je uit het dualistisch, categoriale model treden? Kan je de complexiteit van een meta-contextuele definitie van het zelf en andere aan?
 Hoeveel verandering kan je aan en op welke termijn?
 Kan je je vinden in een synergetisch model, ook al betekent dat op korte termijn vaak eerder verlies dan winst?

4. Leer gepast erkenning geven

 Opnieuw het niet onderhandelbaar kader: waar liggen jouw grenzen? Hoe vaak kan je een overschrijding toelaten?
 Welke erkenning wil/mis/zoek jezelf?
 Hoeveel kan je geven en hoeveel ben je bereid te ontvangen? Hoe ge je om met begrippen als ‘verantwoordelijkheid’ en ‘schuld’?
 Waar liggen jouw ‘gevoelige zones’?

5. Oefen je in het expliciet maken van “speciale bijdragen” en “alternatieve waarden”

Werken aan diversiteit doe je niet voor de andere zijn of haar ‘schone ogen’. Durf je de vraag stellen: what is in it for me? What is in it for us. Je vraagt serieuze inspanningen en investeringen: hoe ga je die rechtvaardigen?
 Waarom wil je diversiteit? Toch veel makkelijker als alles eenvormig is?
 Durf verder gaan dan ethische argumentatie (hoewel waarden zeker de motor moeten blijven van het verhaal).
 Doe de oefening departement per departement, cel per cel. Maak het zo concreet mogelijk.
 Meet en vergelijk

6. Leer zowel verschil als overeenkomst waarderen

 Geef beide elementen een plaats.
 Expliciteer welke visie op omgaan met verschil je hanteert: assimilatie, integratie, gelijke kansen, meritocratie, intercreatie,…? Is die visie gedragen? Weleke concrete effecten heeft ze binnen jouw organisatie
 Hoe ver ga je gaan in het communiceren van die visie naar de buitenwereld?
 Ga je ‘kunnen waarderen van verschil’ ook echt als een kerncompetentie profileren voor medewerkers en studenten? Welke gedragsindicatoren leg je dan vast(? Hoe ge je meten, evalueren en eventueel zelfs sanctioneren?
 Zit oog voor verschil in het hart van je denken en werken of is het een apart verhaal in de marge?

7. Geef plaats aan verbeelding, symboliek en emotie

En ook aan humor

Geen opmerkingen:

Een reactie posten